Wegens nijpend geldgebrek moest ik een baan hebben. Ik las een advertentie van “Het Haentje”, een ijssalon annex automatiek in Amsterdam. Ik ben erop afgestapt en werd aangenomen. Zo heb ik jarenlang, want het betaalde goed, op doordeweekse avonden van zeven tot één ijs geschept, kroketten, frikadellen, frites en hamburgers staan bakken. Dan deed ik heel zorgvuldig. Het Haentje had een goede naam dus je mocht geen stationskroketten verkopen. Alles moest helder zijn. IJs maken was een vak apart, hoor.
Ik vond het leuk om met (hongerige) mensen om te gaan. We hadden veel vaste klanten. Ik herinner me een vrachtwagenchauffeur die echt grof was. Hij kocht hele grote bekers ijs (waar hij het liet was een raadsel).
‘Welke smaak, meneer ?’ vroeg ik dan. Dan zei hij weer: ‘Nou, pleur d’r maar wat van die vuiligheid in! ‘
Ik heb in die periode heel veel inspiratie en tekstideeën opgedaan. In zo’n automatiek loop je vaak de meest fantastische types tegen het lijf. Als ik alleen al denk aan de manier waarop ze bestelden….. Soms observeerde ik mensen door het spiekluikje. Dan zat ik echt als een voyeur te kijken naar de manier waarop ze een kroket aten. De een als vorst, met een pink omhoog. Anderen frommelden hem zo, hup, in hun strot.
Zelf eet ik met smaak een kroket. Ik pak hem beet, bekijk hem, neem een hap en kijk onmiddellijk naar de binnenkant, omdat de kleur en de samenstelling ook de smaak bepalen.
Nee, ik heb daar een grandioze tijd gehad. En, zonder dat ik het me bewust was, een onuitputtelijke bron voor mijn werk aangeboord. Maar toen was het geld een belangrijke drijfveer. Ik had het nodig om heel intensief uit te kunnen gaan naar discotheken en restaurants. On om te leven. Want ik werkte, en dat doe ik nog steeds, om te leven.
----------------------
Klik voor verhalen over Gebrs.Haen op: