Voedselschaarste neemt toe.
In het najaar van 1944 begon de voedselschaarste toch wel toe te nemen. Daarom probeerden de geestelijken van de Hofkerk zoveel mogelijk adressen te verzamelen om kinderen uit grote gezinnen onder te brengen bij de boeren. Tegenwoordig een wat vreemde uitdrukking, maar in die tijd waren de bewoners van het platte land voor ons stadsmensen “De Boeren”. Zo kwam ik met twee van mijn zussen Selma en Ria in Wervershoof- en mijn broer Frans in Bovenkarspel terecht.
Vanaf het Kerkplein werden we op 28 december 1944’s avonds in het donker (vanwege eventuele luchtaanvallen) in een soort verhuiswagen geladen met nog andere kinderen. De reis en het verblijf heb ik uitgebreid beschreven in het reeds verschenen werkje getiteld Een brug vol naastenliefde’’.
Wervershoof
Tijdens mijn verblijf in Wervershoof ging ik er vaak alleen op uit, bij voorkeur zwerven op de weilanden rondom het dorp. Weidevogels,
wolken en de ruimte om mij heen gaf een gevoel van vrijheid. Nu als oude man is daar nog niets aan veranderd. Op een van deze tochten heb ik iets ervaren dat ik tot op de dag van vandaag maar niet vergeten kan. Plotseling cirkelde vanuit het niets een spitfire boven mijn hoofd. Op een gegeven moment maakte het toestel een duikvlucht en begon meteen te schieten. (Dat veroorzaakte een vreemd gierend en ratelend geluid) Ik verborg mij in de berm
van een sloot en wachtte af, want er volgden nog vele rondjes. Het doelwit was een militaire Rode Kruisauto. Plotseling werd het echter weer stil en was de vogel gevlogen. Geschrokken rende ik naar huis. Onderweg hoorde ik, dat er geen doden en gewonden waren te betreuren.
Hofkerk
Wat er zich de hongerwinter in Amsterdam heeft afgespeeld, heb ik niet meegemaakt, daarom ben te rade gegaan bij mijn oudere broer Martin. Hij vertelde mij, dat hij nooit geweten had dat er bij de Hofkerk zoveel gelovigen waren, want er stond regelmatig een lange rij mensen voor de ingang van de pastorie te wachten, in de hoop een voedselpakket te bemachtigen.
Hongerkindertjes weer naar Amsterdam.
Toen het gehele land was bevrijd, keerden de uitgezonden hongerkindertjes in het ruim van een oude vrachtboot weer terug naar huis. Het werd een enkeltje Enkhuizen - Amsterdam. Dat was geen prettige reis, want we mochten niet aan dek komen en er was ook geen toilet aan boord. De bevrijding van Amsterdam heb ik helaas niet mee kunnen maken, want West Friesland werd later bevrijd.
Na de oorlog
We hebben wel de Duitse soldaten uitgejouwd toen ze in een lange rij lopend richting Afsluitdijk naar Duitsland moesten terugkeren. Daarna hebben we op 6 juni ons bevrijdingsfeest in Wervershoof uitbundig gevierd. In vrijheid konden we aan de opbouw beginnen, dat was een ongekend gevoel. Ook onze verkennersgroep ging weer starten. Daar maakte ik kennis met onze eerder genoemde Leo Somers. Hij klaagde over een ondragelijke hoofdpijn ten gevolge van de kogel die nog steeds in zijn hoofd zat. Uiteindelijk werd besloten de kogel operatief te verwijderen. De specialist gaf hem vijftig procent kans deze operatie te overleven. Helaas, het heeft niet zo mogen zijn, want Leo werd na de bevrijding alsnog oorlogsslachtoffer. Dit gebeuren heeft op mij indertijd een diepe indruk gemaakt.
Dit waren korte fragmenten uit het verhaal dat ik heb opgeschreven voor mijn broers en zussen die in- en na de oorlog zijn geboren.
------------------------------------------------
Voor het eerste deel van dit verhaal ga naar Herinneringen deel 1
Klik rechts (icoontje) bovenaan op de foto en de foto wordt vergroot weergegeven.