In september 1945 wordt in een artikel van het ‘Tijdschrift Schakel’ de balans opgemaakt. De “Vereniging Parkherstellingsoorden” viert in dit jaar het 25-jarig bestaan. De vreugde over dit feit wordt echter getemperd door de verliezen die de vereniging heeft geleden in de oorlogsjaren. Over welke verliezen gaat het eigenlijk:
- Een grote achteruitgang van het ledental – “ook doordat alle Joodse leden moesten bedanken” – (deze constatering wordt zonder verder uitleg opgeschreven!, aanvulling F.S.).
- De herstellingsboot “Willem Fenenga” moest worden afgestaan aan Lübeck (waarom? Uitleg ontbreekt, aanvulling F.S.). Deze ‘herstellingsboot’ werd aangeschaft omdat al in 1933 werd geconstateerd dat het Herstellingsoord een te geringe capaciteit had voor de voorziene toestroom van patiënten.
- Het Oosterpark-pand werd in september 1944 gevorderd door de Grüne Polizei. Na de bevrijding nam het Canadese leger het oord over. Kort daarop werd het door de Canadese Commandant vrijgegeven. Het oord was leeggeplunderd, de hallen vernield, de tuin doorkruist met loopgraven.
Omdat ook het tweede herstellingsoord in Amsterdam, het Bilderdijkpark-oord, in bouwvallige staat verkeerde, was steun vanuit de Amsterdamse bevolking hard nodig. Met het herstel van het Oosterpark-oord was overigens al begonnen.
Het Bilderdijkpark-oord kon echter niet meer worden hersteld. Een nieuw en groter complex werd gepland. Daarnaast was de vereniging, gezien de verwachte toestroom van nieuwe patiënten, van plan zelfs een derde oord te bouwen (langs de Amstel).
Het artikel in Schakel besluit met:
citaat
“Wil de vereniging haar zegenrijk werk voor Amsterdam kunnen voortzetten, dan zal dit alleen mogelijk zijn indien de Amsterdamsche bevolking daartoe haar financiëele medewerking verleent door lid te worden (de jaarlijkse contributie bedraagt minimum f 2,50) of door het storten van bijdragen in het bouwfonds.”
bron:
Tijdschrift Schakel van september 1945. Gemeentearchief Amsterdam, Archief van de Sociale Raad en rechtsvoorgangers, inv.nr. 400-2699.