In de nieuwe wijk Park de Meer staan flats en eengezinswoningen door elkaar. De gemeenschappelijke tuin van de eerste flat aan de Praterlaan (2-78) sluit daardoor aan op de tuinen van dertien eengezinswoningen. Park de Meer heeft ook als eerste wijk in Amsterdam āwadiāsā gekregen. Dit zijn een soort greppels gevuld met grind die het hemelwater van de daken verzamelen en afvoeren. Merkwaardig genoeg ligt de wadi waar de regenafvoeren van de eengezinswoningen en de flat op uitkomen niet op de erfgrens, maar in de gemeenschappelijke tuin van de flat, en is de Vereniging van Eigenaren van de flat als enige verantwoordelijk voor het onderhoud.
Zoals dat dan gaat bij nieuwbouw, bestond de erfafscheiding tussen de eengezinswoningen en de flat uit lage paaltjes met een draad. En de wadi met al die stenen is een leuk speelobject. Dus speelden er regelmatig kinderen uit de eengezinswoningen in de wadi. De wadi bleek erg kwetsbaar: je trapte het grind zo van de rand naar het lager gelegen midden, waardoor de onderlaag bloot kwam te liggen. Dus ging de Vereniging van Eigenaren de overburen er op aanspreken dat ze de kinderen in hun eigen tuin moesten houden. Na de nodige discussies tussen bewoners van beide kanten ontstond het idee om gezamenlijk een hek te maken. Maar ja, wat voor hek? Zoveel eigenaren, zoveel meningen, en dat was vooral bij de eengezinswoningen lastig. De bewoners van de eengezinswoningen organiseerden zich gelukkig in een commissie, die ook met een fraai ontwerp kwam. Een combinatie van hardhouten palen en roosters van betonijzer, waarbij uit vier verschillende varianten gekozen kon worden. Het hek werd door actieve bewoners van beide kanten in enkele weekeinden in de zomer van 2003 elkaar gezet. Heel gezellig, en het is erg mooi geworden. Vooral omdat het hek enerzijds erg gevarieerd is, terwijl wel overal dezelfde materialen terugkomen. Inmiddels groeien en bloeien de planten er aan beide zijden tegenop.