Saneren en verhuizen.
Mensen die in de Retiefstraat kwamen te wonen, waren voor een belangrijk deel afkomstig uit de smalle straatjes van de oude Jodenbuurt, bijvoorbeeld de Uilenburgerstraat en de Valkenburgerstraat. Dat waren dichtbevolkte straten met hofjes, steegjes, kelders en ‘gangen’. In Amsterdam had je toen een grote sociaaldemocratische invloed. Onder hun bewind werden er veel nieuwe huizen gebouwd. Niet alleen in de Jodenhoek, maar ook in andere buurten, onder andere in de Retiefstraat en op het Krugerplein.
Aanpassen!
Nu was de Retiefstraat aanvankelijk een straat waar maar aan één kant woningen stonden en die keken uit op een spoorlijn. Aan die overkant werden de nieuwe huizen neergezet, waarin al die arme Joden kwamen. De mensen die al in de Retiefstraat woonden, war al min of meer ‘geëmancipeerd’ uit de oude Jodenhoek gekomen: ze verdienden meer, ze hadden betere huizen, hun straat was schoon, de knop van de buitendeur was glimmend, iets waar je in de Uilenburgerstraat niet aan hoefde te denken. Ik heb dat meegemaakt, omdat ik toen ‘uit huis’ ging, bij mijn zuster en zwager ging wonen op het Krugerplein.
Aan de ‘oude kant’, daar waren de deuren dus netjes dicht zoals het hoort en konden er dus geen katten in- en uitlopen. Maar bij die mensen uit de Jodenhoek, ja, daar was alles open, de kinderen speelden op straat en de mensen waren nogal nonchalant waar ze hun vuilnis gooiden, dat ging niet netjes in bakken of zo. En de trappen werden niet allemaal even goed schoongemaakt en daar ergerde men zich aan. Dat was allemaal in het begin. Later hebben ze zich ‘aangepast’.
Bron:
Philo Bregstein en Salvador Bloemgarten (samenstellers) – Herinneringen aan Joods Amsterdam. (Uitgeverij De bezige Bij – Amsterdam, 1978)
Geplaatst met toestemming van Salvador Bloemgarten.