Socialisme
De Transvaalbuurt had een sterke socialistische invloed, in het bijzonder het Transvaalplein en omgeving. Daar had een socialistische woningbouwvereniging huisje gebouwd, die voor die tijd de leefgewoonten vooruit waren. Ze hadden een gemeenschappelijke tuin, een behoorlijk plein en ene plantsoen.
Er woonden in deze buurt met ook veel gewone straten veel ‘moderne’ arbeiders. Een hoog percentage daarvan was joods, veelal diamantbewerkers. Van de maatschappelijke mogelijkheden van toen hebben de georganiseerde arbeiders gebruik gemaakt. Naast de socialisten deden ook anderen dat. In de Pretoriusbuurt was ook een katholieke woningbouwvereniging, Patrimonium.
Retiefbuurt versus Pretoriusstraat
In de Retiefbuurt kwamen veel gezinnen die afkomstig waren uit de oude Jodenbuurt. Die buurt behalve meer joods, ook armer. In de Transvaalbuurt woonden over het algemeen hun brood wel verdienden, in de Pretoriusstraat en aangrenzende straten ook wel, want de huren waren daar nou niet zó laag. Maar de Retiefstraat, die daarachter lag, was duidelijk armer, omdat de mensen daar min of meer gedwongen naar toe waren verhuisd, en daarom waren de huizen daar ook goedkoper dan in de Pretoriusstraat.
In het begin is er wel verzet geweest tegen deze verhuizing. Het vertrek uit de vertrouwde omgeving vond men moeilijk, ook al ging men veel beter wonen. Niet dat er politiegeweld aan te pas moest komen. Het aanpassen aan de nieuwe omgeving en de nieuwe woning was niet zo eenvoudig.
Er was ook een duidelijke scheiding tussen de ‘nieuwe’ mensen in de Retiefstraat, en de ‘oude’ mensen in de wat deftiger Pretoriusstraat, en de mensen van de woningbouwvereniging Patrimonium. Wij, als joodse jongens – het Jodendom niet bewust, want we deden er thuis niets aan – we gingen bij voorkeur spelen in de Transvaalbuurt.
Bron:
Philo Bregstein en Salvador Bloemgarten (samenstellers) – Herinneringen aan Joods Amsterdam. (Uitgeverij De bezige Bij – Amsterdam, 1978)
Geplaatst met toestemming van Salvador Bloemgarten.