Rond 1950, mijn jeugdjaren, was ik zoals veel andere buurtgenootjes meestal in de speeltuin te vinden.
Speeltuin Transvaalkwartier was ingericht met een houten klimkooi bestaande uit lange staande, vierkante palen met daartussen sporten van ronde balkjes. In het midden van de kooi was een ijzeren stang waarlangs je je van het toppie naar beneden liet glijden. Hier konden de kinderen zich uitleven met als gevolg: in je handen splinters van het klimmen of blaren van het glijden. En door mis te grijpen knikkerde je wel eens bijna naar beneden. Er was een glijbaan waarop je door de grote wrijving het risico liep dat je goede broek (eerder gedragen door je oudere broer) een slijtplek opliep.
En natuurlijk waren er wippen, schommels en 2 grote hobbelpaarden waarop je wel met 2 of 3 kinderen kon zitten.
In een houten gebouw, waarin de opzichter zijn hokje had, werden diverse hobby’s uitgeoefend, de
modelbootjesclub was hiervan misschien wel de belangrijkste. Op zondag was het feest: FILM, meestal een cowboyfilm. Ook werd er zondags op het grote grindveld gekorfbald door B.I.G. Zelf ging ik bij een andere club in Oost korfballen, op de Polderweg bij Victoria.
Verder was er een wandelclub waarmee onder leiding van o.a. Wil de Braave veel tochten, ook buiten Amsterdam, werden gemaakt.
En, vooral in de eerste jaren na de oorlog, werd 5 mei uitbundig gevierd met een optocht van verklede kinderen.
Herinneringen aan Speeltuin Transvaalkwartier
In je handen splinters van het klimmen of blaren van het glijden
9315 keer bekeken