Bij ons in de Christiaan de Wetstraat woonde een man die zogenaamd een taxi reed. Die taxi was echt hartstikke slecht. Maar ja, die man was waarschijnlijk niet zo duur. Als je dan toch een taxi nodig had, omdat je bijvoorbeeld ergens snel of dringend naar toe moest, ging je naar deze man. Die man was altijd met zijn taxi bezig. Zo zat hij onder zijn auto, zo zat hij er weer in. Die man was altijd helemaal vies en zwart. Mijn moeder noemde hem daarom: Piet de Smeerpoets.
Toen mijn moeder echter een keer een taxi nodig en hij zich bij ons aan de deur meldde, riep mijn zuster Juudje (Judith): “Mam, Piet de Smeerpoets is er”. Mijn zuster wist niet beter of die man heette echt zo. Thuis hadden we het wel vaker over die man. Hij werd dan altijd Piet de Smeerpoets genoemd. Judith dacht dus echt dat die man zo heette.
Die man is mijn zuster door het hele huis in de Christiaan de Wetstraat achterna gelopen uit boosheid.
Piet de Smeerpoets!
Zo zat hij onder zijn auto, zo zat hij er weer in. Die man was altijd helemaal vies en zwart
2071 keer bekeken