Mijn vader was een echte socialist, hij was lid van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders partij) en we huurden een woning van de Algemene Woningbouw Vereniging. Mijn twee oudste zussen, Judith en Henriëtte, waren lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC).
Toen we in de Christiaan de Wetstraat woonden, keken we vanaf de achterkant op de schoolpleinen. We woonden mooi in een hoek. Vanaf de veranda keken we altijd naar de mensen van de AJC. De AJC danste op het schoolplein rond de meiboom. Zij gebruikten het schoolplein, of was het een tuin, om de volksdansen te oefenen. Ik moet toen een jaar of drie en een half of vier zijn geweest, ik vond het een schitterend gezicht.
Mijn ouders vonden ook dat wij als kinderen naar een openbare school moesten. Mijn vader zei altijd: “onverdeeld naar de openbare school”. Dat was niet zo gewoon als het lijkt want mijn moeder was afkomstig uit een orthodox Joodse familie. De kinderen van haar zuster, tante Fie, gingen bijvoorbeeld naar de Talmoed Thora school in de Kraaipanstraat.
Mijn moeder vond het socialisme wel een goede ideologie, een goed systeem.
Als er verkiezingen waren, hadden we ook altijd posters van Monne De Miranda voor de deur staan.
Salomon (Monne) Rodrigues de Miranda speelde een belangrijke rol in de vakbeweging en het socialisme. Hij is vele jaren wethouder van Amsterdam geweest. Hij werd op 3 november 1942 in het concentratiekamp Amersfoort vermoord (Bron: JHM, aanvulling F.Slicht.)
Toen mijn vader werkloos werd en zich ging omscholen tot sportinstructeur, werd hij ook lid van de Nederlandse Arbeiders Sportbond. (de NASB werd opgericht in 1926 omdat kringen binnen de arbeidersbeweging van mening waren dat je buiten de eigen kring de verkeerde waarden en normen zou meekrijgen, op het hoogtepunt had men ongeveer 25.000 leden. Bron: www.cultuurwijzer.nl. Aanvulling: F.Slicht.) Mijn vader gaf ook sport en spel bij de NASB. Dat was in de gymnastiekzaal van de Zonnewegschool.