Ik ben geboren in de Danie Theronstraat Wij woonden op nummer 9 op drie hoog. Mijn eerste herinnering is dat ik (ik moet een jaar of drie zijn geweest) door mijn vader op het dak werd gehesen. Er stond namelijk iets bijzonders te gebeuren; er zou een vliegtuig overkomen. Dat vliegtuig moet De Uiver zijn geweest. (Mogelijk is het een speciale rondvlucht geweest boven Amsterdam na de succesvolle Londen-Melbourne luchtrace. Aanvulling F.Slicht.)
We woonden in een straat met heel aardige buren. Ik weet nog dat ik regelmatig bij de buren heb gegeten. Ik at daar overigens beter dan thuis. Niet dat ik thuis niet of slecht te eten kreeg. Ik was toen gewoon een slechte eter, iets wat ik trouwens nog steeds ben. De buren waar ik veel heb gegeten, heetten Loendersloot. Zij hebben ons in de oorlog ook erg goed geholpen.
In de straat en in de buurt woonden overigens ook nogal wat familieleden. Zo woonde er in de Ben Viljoenstraat, op de hoek met de Danie Theronstraat, mijn oom Elias Wagenaar (een broer van mijn moeder). Op nummer 1 woonde mijn oom Salomon Pront, die was getrouwd met een zuster van mijn moeder; Sophia Wagenaar.
Toen ik drie en een half jaar oud was werd mijn zusje Hennie geboren (Hendrika, geboren op 20 maart 1934). Kort daarna zijn we verhuisd naar de Christiaan de Wetstraat.
Met de geboorte van mijn zusje bestond ons gezin uit 5 kinderen; vier dochters en een zoon.
Judith was de oudste, daarna kwamen Henriëtte en José Maurice. In de Christiaan de Wetstraat werd mijn zusje Chellie (Rachel) geboren en mijn jongste broertje werd in de Vegastraat geboren.