Toen ik nog een jong meisje was, was ik een eenzelvig kind. Overigens niet alleen toen, ook later was ik veel op mezelf. Ik kan mij ook niet echt herinneren dat ik vriendjes of vriendinnetjes had. Het enige dat ik nog goed weet, is dat ik veel in de speeltuin speelde waar mijn vader was. Ik ging daar schommelen of in de klimkooi. Mijn tante Fie (Sophia) woonde dichtbij en die had kinderen (zeven) in ongeveer mijn leeftijd. Ik speelde veel met hen, met mijn neefjes en nichtjes. Tante Fietje woonde in de Danie Theronstraat op
nummer 1. Ook mijn grootmoeder, van de kant van mijn moeder, woonde op dit adres. Tante Fie was getrouwd met Salomon Pront.
Om de hoek, in de Ben Viljoenstraat op nummer 14, zaten twee winkeltjes die van mijn oom, Elias Wagenaar, waren. Dat waren gewone kruidenierswinkeltjes. De ene winkel was voor doordeweeks, de ander was voor de zondag. Dat had te maken met de sjabbessluiting op zaterdag. Om de een of andere reden mocht hij van het Rabbinaat niet een en dezelfde winkel hebben. Volgens de archiefkaart uit het Gemeentearchief, had hij behalve het kruidenierswinkeltje ook een brooddepot. Oom Eli was getrouwd met Naatje Pront, we noemden haar overigens tante Anna. Zij hadden twee kinderen die een stuk ouder waren dan ik. Hun eerste kind was na 14 maanden overleden. (Aanvulling: F.Slicht.)
Het was trouwens een echte familiekring waar we woonden. Een andere broer van mijn moeder, Oom Sam (van Samuel), woonde in de Retiefstraat.
Mijn grootmoeder kon aanvankelijk geen kinderen krijgen. Haar zuster kreeg echter ākind op kindā. Zij heeft toen van die zuster een kind āgekregenā, een soort vroege draagmoeder. Dat zou mijn tante Jet worden. Opvallend was dat ze daarna alsnog een aantal kinderen kreeg (zeven, waaronder mijn moeder).
Spelen met mijn neefjes en nichtjes
Het enige dat ik nog goed weet, is dat ik veel in de speeltuin speelde waar mijn vader was.
1673 keer bekeken