Wij woonden in de Chr. de Wetstraat 43, in het benedenhuis. Het blok waarin wij woonden was van de christelijke woningbouwvereniging "Patrimonium". De mensen die in dat blok woonden waren merendeels van gereformeerde of hervormde huize. Ook aan de overkant van de straat woonden een paar gereformeerde gezinnen. Het waren vaak kinderrijke gezinnen, in die tijd was dat vrij gewoon. Er was nog geen pil en voorbehoedsmiddelen waren helemaal - vanuit het geloof - geen optie.
De meeste kinderen uit de christelijke hoek speelden met elkaar en gingen naar dezelfde scholen. Katholiek en niet gelovig; daar speelden we niet mee. Wij- en met ons een flink aantal kinderen uit de straat - gingen eerst naar de kleuterschool in de Pres. Brandstraat en daarna naar de Oosterparkschool, een gereformeerde lagere school aan het Gravesandeplein.
We gingen ter kerke inj de gereformeerde Rehobothkerk in de Zach. Jansestraat, inmiddels al lang afgebroken. Daarvoor in de plaats is de Koningskerk gebouwd die, dacht ik, tegenwoordig een Pinkstergemeente huisvest.
Wat namen uit die tijd; naast ons - de familie Rijnbach - woonden de families Binsbergen en Hollander, boven ons de families Frieman en Cornelissen. Boven het gezin Hollander woonden de familie de Bruin en de familie de Winter. Verderop in de straat woonde het gezin Hoezen waarvan de dochter Tineke mijn hartsvriendin was.
Van de overkant herinner ik mij de families Sprenger, de Wolf en Brand. Veel van die kinderen waren ook bevriend met mijn broers en zussen. De jongens van Zijlstra en Verwey waren bevriend met mijn broers. Later hebben veel van die jongens en meisjes op de christelijke padvinderij gezeten, het clubhuis was op Klein Dantzig, vlak achter de kerk.
De verschillen in de buurt waren duidelijk merkbaar bij verkiezingen. Aan de overkant van onze straat hingen vooral verkiezingspamfletten van de PvdA en een enkele van de CPN, terwijl in bijna het hele Patrimoniumblok de borden van de ARP (anti-revolutionaire partij) en de CHU ( Christelijk Historische Unie) hingen.