In 1972 zwierf ik daar rond met Cathrien, en in 1973 met Ollie, die aan de Oranjesluizen met een emmer aan een touw meermalen een volle vracht aan mosselen weet te scoren, voor één gulden. Van de boten die van de Waddenzee binnendoor naar Zeeland varen; hun waar wordt daar aan het buitenland verkocht als 'Zeeuwse mosselen".
In juli 1974 loop ik met Martien over de dijk naar de sluizen, tijdens een fietstocht naar Monnickendam. Richting Oranjesluizen lopend, zie je ter rechterzijde houten barakken. Daar zetelt het gerenommeerde Herseninstituut. Onder de paraplu van de hoogste wetenschapsinstelling in ons land (KNAW) wordt daar toponderzoek naar hersenen en hun functie verricht.
Op die plek rusten we uit, boterhammetje, uitzicht op het kanaal. Tussen ons en het water liggen uitgestrekte rietlanden. Maar wat schetst onze verbazing....het rietland leeft ! Veel rood aangelopen mannengezichten bewegen zich op dezelfde hoogte als de pluimen voort door hoogopgaande stengels. De hoofden zijn als de bloemen van pioenrozen.
Vreemd genoeg ontmoeten twee bloemen elkaar soms en verdwijnen dan naar beneden, onzichtbaar in de rietmassa. Na verloop van tijd komt dan de een en daarna de andere weer boven en dobbert op de rietzee weer andere ontmoetingen tegemoet.Een fascinerend schouwspel.
Naïef misschien, maar pas na herhaald bezoek aan deze omgeving dringt het tot ons door dat dit een heren-ontmoetingsplek is, en we noemen voortaan het tegenoverliggende wetenschappelijk bolwerk; Het Hereninstituut.
Deze 'vrijplaatsen' worden overigens bedreigd, deze is bijvoorbeeld weggevaagd. In hoeverre is Nederland nog liberaal ?