Het Burgerziekenhuis was een belangrijk element in Amsterdam Oost. Toegankelijk voor de eenvoudige buurtbewoner, maar geenszins verguisd door de elite. Toen de latere prins Bernhard, inmiddels al verloofde van prinses Juliana, in 1937 een ernstig auto-ongeluk kreeg in Diemen, werd hij opgenomen in het Burgerziekenhuis.
Kordaat nam koningin Wilhelmina direct intrek in een vleugel van het ziekenhuis om persoonlijk toe te zien op behandeling en welzijn van haar schoonzoon-to-be. Een uniek en absurd gegeven in de royalty-geschiedenis van Europa.
Overigens was dat ongeluk puur de schuld van B. met zijn snelle sportwagen, maar de vrachtwagenchauffeur met wie hij trof kreeg de schuld, geheel naar de normen van die tijd.
Van 1972 tot 1980 werkte ik als docent in het Burgerziekenhuis. Ik heb toen gemerkt hoe goed een niet al te groot ziekenhuis kan zijn voor welbevinden en herstel van patiënten. Tijdens een van de examen-vieringen van het ziekenhuis kregen we een rondleiding van een oude chirurg.
Hij toonde ons de vroegere operatiekamer die voorzien was van een enorm raam. Op het noorden, prima licht. En hij vertelde dat de ruit in de jaren dertig was aangeschaft uit het faillissement van een slagerij. Niet altijd was het goed te zien, maar bij een bepaalde belichting was er helder op te lezen: “Beenhouwerij”.
Tussen het Burgerziekenhuis en het Muiderpoortstation lag aan de Domselaerstraat het Revalidatie-Instituut Muiderpoort (RIM). Hier werden mensen begeleid met zeer ernstige medische condities zoals een dwarslaesie. Een paar maal bezocht ik patiënten en ik werd er gedeprimeerd.
Inmiddels weet ik dat er in zulke instellingen erg veel kan gebeuren aan functie-herstel. Maar ook aan optimaal leren leven met een functie-beperking. Het RIM heeft honderden mensen weer een redelijk leven bezorgd. Het ging op in andere Amsterdamse instellingen en het Burgerziekenhuis wist de weg te vinden naar Almere, net als heel wat buurtbewoners.