In de Transvaalbuurt had je ook een aantal kolenboeren. ‘s Winters kwamen ze met vrachtauto’s langs om zakjes kolen in papier of losse kolen in jutezakken bij de mensen af te leveren. Die werden dan naar boven gehesen en op zolder gestort of opgestapeld. Als ik ’s avonds op zolder kolen moest scheppen vond ik dit heel angstig. Je had wel een zaklantaarn bij je, maar toch !!. Op zolder had je geen licht, het was er meestal stikdonker en je moest langs de zolderruimtes van andere buren. Die waren afgetimmerd met houten latten met tussenruimtes van ong. acht centimeter. In de spullen die je zag staan zag je in je verbeelding allerlei enge wezens. Om m’n angst te verdrijven ging ik luidzingend naar boven. De mensen die beneden woonden hadden een kolenhok in de tuin.
Mensen die het niet zo breed hadden gingen bij de kolenman langs en kochten dan een of twee zakjes kolen. Kolen had je in verschillende soorten. Antraciet was het beste. Dan had je eierkolen, briketten, cokes en turf. Dat laatste werd op mijn school gestookt en had een aparte geur. Een paar jaar geleden was ik in Ierland op vakantie. Daar bezocht ik een openluchtmuseum, waar in een van de huizen turf werd gestookt. Die speciale lucht vergeet je nooit meer.
Ook verkocht de kolenman petroleum. Dat zat in een oliedrum en werd opgepompt met de hand en in een oliekan van 5 liter gedaan. Sommige mensen hadden een oliekacheltje als verwarming of bijverwarming.
-------------------------------
Voor verhaal nr. 3 uit deze serie ga naar:
Melkboeren en slagers
Verwarming
Verhaal nr. 2
Om m’n angst te verdrijven ging ik luidzingend naar boven.
1769 keer bekeken