De Duitse bezetters hadden zich tijdens de oorlog stevig in de Watergraafsmeer genesteld. Oorspronkelijk zou de Bunsenstraat doorgetrokken worden tot aan de Kruislaan, daarom heette een daar gelegen stuk straat met nieuwe huizen ook Bunsenstraat (na de oorlog is dit veranderd in Finsenstraat). Deze woningen zijn vrijwel direct na het begin van de oorlog door de Duitsers gevorderd om daarin officieren onder te brengen.
Waar nu de Albert Heijn op het Christiaan Huygensplein zit, was gedurende de oorlog overigens nog een weiland met een boerderij. Dat stuk grond is pas na de oorlog met zand opgespoten.
De Duitse officieren zaten hier mede omdat op het opgespoten land enkele barakken voor Duitse soldaten stonden. Die hadden daar een klein oefenterrein, waar werd getraind met behulp van een nagemaakte houten tank op het chassis van een kleine vrachtwagen. Wij grote jongens volgden dat met belangstelling. Direct na de bevrijding is dit terrein overigens enkele malen benut als landingsveld voor kleine militaire vliegtuigjes die post vervoerden.
Na de bevrijding verbrandde men Duitse wapens en andere goederen in de betonnen bak van wat eens het openluchtzwembad van het Sportfondsenbad was. Dit gedeelte van het bad, gelegen aan de Oranje Vrijstaatkade, was daar enkele weken lang voor in gebruik, wat de nodige stank en rook tot gevolg had.