Omdat Tonny opgroeide in een groot gezin met veel meisjes en niet zo veel geld, droeg ze vaak kleren die haar oudere zussen te klein waren geworden. De jongere meisjes mochten wel kiezen welke jurk, mantel of trui voortaan van hen zou zijn. De regel was ; eens gegeven blijft gegeven en je kan niet terugkomen op je keus.
Tonny hoopte soms vurig dat een van haar oudere zusjes snel zou groeien !
Mooi haar en mooie kleren
In de Herschelstraat waar Tonny woonde, waren veelal gezinnen van kantoorpersoneel of onderwijzers gevestigd. Aan de overkant - in de Joh. Keplerstraat- woonden beter gesitueerde mensen, die bijvoorbeeld een bedrijf hadden of 1e stuurman waren. Zij hadden doorgaans ook kleinere gezinnen. De familie B. was een van hen, zij hadden zelfs televisie. Op woensdagmiddag mochten kinderen uit de buurt komen kijken, maar soms hadden ze visite en dan werden de kinderen niet binnengelaten. Van deze mensen kregen Tonny en haar zusjes ook regelmatig kleren. Ze herinnert zich onder andere een camel kleurige jas die haar veel te groot was. En niet te vergeten een wollen jurk in een lichtgroen Schots ruitje met een a- symetrische sluiting. "Ik had daar een prachtig donkerblauw jasje bij, ik was daar zo blij mee. Ze gaven ook een keer een lichtroze, mouwloze jurk met een strik op de rug. Ik paste hem aan, maar die jurk stond mijn zus Nolly veel beter. Tot mijn spijt ging de jurk naar mijn zus ".
Behalve van mooie kleren, hield Tonny ook van mooi haar.
"Helaas hadden wij van dat flut haar, maar mijn zus Nelly en ik hadden er iets op gevonden. Mijn zus deed 6 nylonkousen op haar hoofd en vlocht daar 2 lange vlechten van en ik vlocht mijn haar zo strak dat er heel even krullen in verschenen als ik het losmaakte. Als ik dan in het avondlicht voor de spiegel in de ouderlijke slaapkamer stond, leek het of er een rode gloed over mijn haar lag en had ik even mooi haar ".
1506 keer bekeken