Loek Biesbrouck woonde van 1939 tot 1969 in de Derde Oosterparkstraat, nummer 90, boven een melkinrichting. Deze plek was in 1944 een schuilkelder: als de sirene ging, schoven alle families de kelder in. Loek was toen zeven jaar oud. Zijn grote held was zijn vader, een onbaatzuchtig man, die bij de ‘ondergrondse’ was en in september ‘44 opeens gearresteerd en weggevoerd werd door de Duitsers. Zijn dappere vader is ontsnapt in Wenen en helemaal teruggelopen naar Nederland. Loeks ogen schieten vol als hij terugdenkt aan deze bittere en chaotische periode. Want intussen was zijn moeder alleen thuis met haar twee kleine jongens. Zij hield zichzelf in leven door met de handkar naar Medemblik te lopen voor aardappels en langs schepen om de inhoud van haar goedgevulde linnenkast te ruilen voor eten. Op school was het in de oorlog ook spannend. Voor de houtkachel haalden de kinderen de houtblokjes tussen de tramrails vandaan. In het Oosterpark mocht je alleen in de zandbak komen. De rest was afgezet met prikkeldraad. Loek gleed toch op zijn buik over de speelweide. Al deze avonturen waren gevaarlijk, want de Duitsers schoten op de kinderen. De Derde Oosterparkstraat was in de oorlog zeer kinderrijk, ze zaten met z’n allen op de Linnaeusschool. Op een dag zag Loek, tijdens het buitenspelen, dat een groep mensen en kinderen met geweerkolven op de vrachtwagens werden gedreven. Loeks vriendje Manuel, waar hij altijd mee speelde, is toen ook weggehaald. Hij woonde op nummer 91, tegenover de familie Biesbrouck. Loek heeft hem nooit meer teruggezien.
Weggevoerd door de Duitsers
In het Oosterpark mocht je alleen in de zandbak komen. De rest was afgezet met prikkeldraad.
8940 keer bekeken