Wij woonden nog maar pas in de wijk toen ik de auto wilde wassen. Bij mijn werk draaide ik nog avonddiensten en daarom kon ik dit karweitje mooi op een ochtend doen.
De eerste keer kwam ik bij de schuur om de spullen te pakken. Plotseling hoorde ik iemand zeggen: "Bevalt het u hier in Betondorp?" Een oudere bewoner kwam met deze vraag. Dit was het begin van een gesprek over het wonen in Betondorp. Verder kreeg ik te horen dat hij bij de brandweer had gewerkt en dat zijn gezondheid niet meer zo was als vroeger, omdat hij een gaatje ergens in zijn hart had. Het praatje duurde tot lunchtijd. Geen auto gewassen, dan maar morgen.
De volgende ochtend stond ik bij de auto, toen een buurman uit de
Gaffelstraat mij aansprak. Geen gezondheidsproblemen, maar deze man had vroeger bij een operakoor gezeten. Dit demonstreerde hij door het zingen van een aria. Er werd weer verder gekeuveld over allerlei zaken en het werd weer lunchtijd. Weer niet aan het wassen toegekomen, dan morgen maar.
Dag drie wilde ik weer met de werkzaamheden beginnen toen ik hoorde: "Hé buurman!" Mijn buurman die schuin beneden ons woonde. Trots vertelde hij mij, dat hij met zijn auto naar Schagen was gereden. Een normale zaak, maar ik besefte mij plotseling, dat hij niet kon lezen en schrijven. De wegwijs borden kon hij natuurlijk niet lezen. En weer praten en weer geen auto gewassen. Dan morgen maar.
Dag 4: niemand sprak mij aan en toen kon ik eindelijk met een schone auto naar mijn werk!
Dit is een van de vele verhalen die opgehaald zijn tijdens het project 'Ouderen herinneren in Oost' waarin ouderen uit Betondorp eind 2009 onder begeleiding herinneringen ophaalden in het Brinkhuis. Met dank aan het OranjeFonds voor het mogelijk maken van dit project.