In het voorjaar van 1983 gebeurt het onvermijdelijke: het heerlijke Laboratorium voor de Gezondheidsleer aan het Oosterpark zal moeten verhuizen naar het AMC. Een gebouw waar geen raam open kan en men niet weet wat voor seizoen het is en ook niet of het dag of nacht is.
In de voorbereidingsfase zijn er overijverige lieden al bezig om veel zaken weg te gooien. Waaronder prachtige muurkaarten van de epidemiologie van Amsterdam rond 1900. Die weet ik aan het Universiteitsmuseum toe te spelen. Ook zijn er kaartenbakken van het practicum microbiologie vanaf 1920, waarvoor ik dezelfde bestemming vind. Ik vind het opvallend hoeveel studenten dan al van Indonesische of Indochinese afkomst zijn (ik schat tenminste 20%).
Wat ik niet durf te redden, want dat zou op diefstal lijken, zijn de honderden glasplaten met afbeeldingen van de Nederlandsch-Indische Medische Dienst. Die laten zien dat de kolonisator ook heel positieve zaken bewerkstelligde in de kolonie. Helaas, ze zijn nu verloren.
Als de verhuizing heel nabij is, worden er gele containerbakken op het plein geplaatst. Daarin wordt ontstellend veel interessant materiaal gekieperd. Niemand van de keurige werknemers durft hier wat aan te doen. Behalve de ex-hoogleraar virologie Flap Dekking en ik. Flap is een van de twee deelnemers aan de vernietiging van het bevolkingsregister in 1941 die niet gefusilleerd zijn.
Hij kwam terecht in diverse kampen en heeft zichzelf uit het laatste bevrijd in 1945. Dit beschrijft hij in ‘memoires van Yvo Pannekoek’. Zijn hoofdboodschap: niet zeuren, gewoon aanpakken en doorgaan. Hij beweert absoluut nergens last van te hebben. Staande in de grote container vertelt hij van zijn oorlogsjaren. Wat vind ik van zijn boek, vraagt hij. Prima, zeg ik, behalve de titel. Wat zou die moeten zijn? ‘Over Dekking’, zeg ik. Refererend aan de Freudiaanse term ‘overdekking door het tegendeel’.