In 1983 zal mijn woning aan de Wagenaarstraat gesloopt worden. Ik steek veel tijd in het vinden van vervanging. Het wordt een benedenwoning aan de Derde Oosterparkstraat, bij het Kastanjeplein. Inmiddels woonden boven mij al een paar jaar de Turkse Ihsan en zijn Nederlandse vrouw.
Het is misgegaan tussen hen en zij is terug naar haar familie. Er is een hoop getouwtrek rond zijn omgang met hun kind. De verdieping staat op haar naam en zij is onverbiddelijk: hij moet eruit. Ik besluit dat ik mijn best zal doen om hem op mijn verdieping te laten wonen zolang die niet afgebroken is. Als hij huur betaalt en belooft te vertrekken zodra hij gesommeerd wordt, moet dat toch kunnen?
Gedurende enkele weken bezoek ik meer overheids- en bestuursinstellingen dan ik ooit gekend heb. Maar het wonder geschiedt: Ihsan mag een verdieping lager blijven wonen tot de sloop. Maar daar hebben we buiten de waard gerekend. Tante Marie en haar zoon Henk van 3-hoog gaan Ihsan terroriseren. Des te feller omdat de goeduitziende jongeman haar avances afgewezen heeft.
Zo blazen ze gips in zijn deurslot en voegen erna water toe. En later laten ze de rancuneuze familie uit Vinkenveen toe om eens lekker huis te houden op zijn verdieping. Hij treft een totale ravage aan. Kortom, hij wordt weggetreiterd. Maar gelukkig heeft hij intussen de lieftallige Zekije ontmoet, en samen kunnen ze een nieuw bestaan beginnen. Hij van oorsprong Seltsjoek en zij Koerdische. Ik ben op hun bruiloft in Zaandam.
Ze beginnen een Turks restaurant op de Haarlemmerdijk, waar ik vaak kom en ook de spijskaart voor maak. En wanneer ik in 1987 promoveer, verzorgt hij het promotiediner bij me thuis. Het is een soort Turks bruiloftsmaal en de gasten zijn verrukt. En zo ben ik met de wetenschap getrouwd.