Kleine meisjes droegen vaak een zeer grote strik in hun haar. Ik was altijd heel trots op mijn strik. Je had effen en geruite striklinten. ’s Winters werden de linten langs de gladde bovenkant van de kolenhaard gehaald en zo een beetje gestreken. De linten werden tot een strik gevouwen en met een strikklemmetje waar een haarclip aanzat in je haar gespeld. Ik vond het altijd erg jammer wanneer, als ik naar buitenging, de capuchon van mijn jas op moest. Je liep daarna met een platte strik op je hoofd.
Dankzij de naaimachine en de naaikunsten van mijn moeder liepen we altijd behoorlijk in de kleren. Ze naaide soms heel leuke jurkjes voor me. Meisjes droegen altijd jurken of rokken. Alleen bij extreme kou kreeg je een lange broek aan. Die lange broeken waren gemaakt van ruwe wollen stof en de binnennaden schuurden langs de binnenkant van je benen tot je er rode plekken op kreeg. Soms naaide mijn moeder er een oude flanellen pyjamabroek in. Je moest dan wel oppassen dat bij het omkleden voor gym op school de andere kinderen dit niet zagen want dan werd je uitgelachen omdat je een pyjamabroek aanhad.
Op de Mulo had ik mijn eerste spijkerbroek, een witte spijkerbroek met een gulp! Er boven droeg je een zwart Saint Tropez shirtje en espadrilles aan je voeten. Damesbroeken hadden altijd zijsluitingen. Het was dus heel bijzonder dat ik een broek met een gulp aanhad. Onze leraar had het ook gezien en ik kreeg prompt een beurt voor de klas. De leraartafel stond op een verhoging, ‘het podium’ en iedereen had dus goed zicht op mijn gulp. Ik was samen met een vriendin die in een andere derde klas zat de eerste die met zo’n broek op school kwam. Ik zie en hoor mijn klasgenoten nog gniffelen achter hun handen; ‘ze heeft een gulp in haar broek’.
Een broek met een gulp
Je moest dan wel oppassen bij het omkleden dat de andere kinderen het niet zagen.
3947 keer bekeken