Na de oorlog kwamen we vooral op zondag bij bakker Verdooner. Veel Joodse winkels waren er na de oorlog niet meer. Verdooner keerde wel terug op de Tugelaweg, op de hoek van de Christiaan de Wetstraat (op nummer 80-82). Omdat de winkel op een hoek zat, had je aan twee kanten een etalage, één aan de Tugelaweg en één aan de Christiaan de Wetstraat. Als je de winkel binnenstapte had je een beetje naar links de toonbank en dan zag je aan de rechterkant de bakkerij. Op zondag haalden we vooral vers witbrood. Maar ook wel lekkere matzes als ze die hadden, gemberbolusjes en cake.
Voor de oorlog gingen wij zelf eigenlijk nooit naar de bakkerij van Verdooner (eigenlijk was het bakker Pront, Meijer Verdooner was zetbaas. Verdooner is pas na de oorlog voor zichzelf begonnen). Bakker Pront zat voor de oorlog op de Tugelaweg op nummer 70. Dat was op ‘een recht stuk’ van de Tugelaweg. Er zaten voor de oorlog veel bakkers in de Transvaalbuurt, zo had je o.a. de bakkers Lucassen, Levison en Van Dijk.
De bakkerij van Verdooner, na de oorlog, was trouwens best een grote zaak. Ze hadden lekker vers brood maar wij waren vooral dol op zijn cake, die was heel erg lekker.
In de winkel en de bakkerij stonden verschillende mensen. Ik weet in ieder geval nog van een hele grote, beetje dikke man, dat moet Meijer Verdooner zijn geweest. In de winkel stonden meestal twee dames, twee wat oudere. Eén van hen was volgens mij de vrouw van Meijer Verdooner. Er stond trouwens ook wel eens een jongere vrouw in de winkel, meer van mijn leeftijd. Ik meen mij te herinneren dat die met de zoon van de bakker ging. Het was een heerlijke zaak waar het altijd erg druk was, vooral op zondag!