Om 12.00 uur verzamelden zich rond de 20 belangstellenden op het voorplein, bij de kleine aula. Jos vertelde, dat het voor dit jaar de laatst bijeenkomst zou worden op De Nieuwe Ooster. Gelukkig zijn er veel plannen voor 2025. Mary Dorna en Hella Haasse smaakten echt naar meer werk van vrouwelijke schrijvers!
Jos begint deze tocht bij het graf van dichter en dominee Jan Jakob Lodewijk ten Kate (1819-1889). Ten Kate werd als viertienjarige al lid van het Haagse literair gezelschap ‘Oefening kweekt kennis’. In 1936 verschijnt zijn eerste bundel Gedichten, later volgt Lente-leven. Jos leest een gedicht voor. Ten Kate werkte snel en kon gemakkelijk rijmen. Met Nicolaas Beets en J.P. Hasebroek, wordt hij gerekend tot de “dominee- dichters”, die populair waren door hun moralistische poëzie en om die reden door de Tachtigers werden gehoond. Frederik van Eeden schrijft onder een pseudoniem een parodie op Ten Kate, Jos leest dit gedicht aanstekelijk voor. Later heeft overigens van Eeden spijt betuigd over deze parodie.
We komen bij het graf van dichter Jacques Perk (1859-1881), wiens sonnettenkrans Mathilde van groot belang is. Perk is meerdere malen in extase geraakt door onbereikbare vrouwen: eerst zijn jeugdliefde Marie, daarna de Franse Mathilde en vervolgens Joanna. Soms verving hij hun namen in zijn sonnetten. Perk leefde intensief, werd echter ziek na een roeipartij op de Amstel. Op 1 november 1881 overleed hij aan de gevolgen van TBC. Hij werd eerst op de Oude Oosterbegraafplaats begraven, in 1900 op De Nieuwe Ooster. Bij deze herbegrafenis sprak Menno Wigman een mooi gedicht uit, Wigman behoorde tot de Amsterdamse afdeling van De Eenzame Uitvaart: dichters, die een gedicht voorlezen op begrafenissen van mensen zonder familie of vrienden.
We wandelen naar het graf van Jan Mens (1897-1967), waar een kat op ligt, Jan woonde in de Watergraafsmeer. Jan schreef boeken als ‘Mensen zonder geld’, ‘De gouden reael’ en ‘De Kleine Waarheid’, waar een tv-serie van werd uitgezonden met Willeke Alberti in de hoofdrol.
Even staan we stil bij het graf van Cornélie Lijdie Huijgens (1848-1902), de Rode Freule, die betrokken was bij de S.D.A.P. en de Vrouwenbeweging. Ze schreef de roman ‘Ellen’ in 1889 en in 1892 ‘Hoogenoord’. Toen zij een maand na haar huwelijk, zich verdronk in de vijver van het Vondelpark, was iedereen geschokt.
Bij het graf van Mary Dorna, pseudoniem voor Mary Jeanette Tenkink- Stoppelman, (1891-1971) leest Jos het gedeelte voor uit een publicatie van Mary over de laatste verjaardag viering van haar echtgenoot, waarbij het er nogal wild met drank aan toeging. In juni jl. heeft Jos een interessante lezing over Mary Dorna, aan haar graf gehouden, als voorbeeld voor Annie M.G. Schmidt en Simon Carmiggelt.
We komen het graf van dichter Ed Hoornik (1910-1970), aanvankelijk was zijn werk sociaal- kritisch, daarna sterk getekend door zijn ervaringen als overlevende van concentratiekamp Dachau. Al voor de 2e Wereldoorlog waarschuwde Hoornik tegen het opkomende nazisme. Hij schreef onder meer het gedicht Pogrom, met de slotregel ‘het is maar tien uur sporen naar Berlijn.
Het graf van Teun de Vries (1907-2005), schrijver en CPN-lid, hebben we ook bezocht. Teun schreef in het Fries en Nederlands, o.a. Het meisje met het rode haar over verzetsstrijdster Hannie Schaft. Hij schreef vooral historische en sociale romans, was ook bezig met gedichten, toneel en hoorspelen. In zijn lange, roerige leven heeft hij een hoge schrijfproductie behaald.
Mies Bouhuys (1927-2008), is bekend als schrijver van poëzie, scenario-, toneel- en jeugdliteratuur en van haar activisme. Het is zeer de moeite waard om meer van haar hand en over haar leven te lezen! Naast haar graf staat de herinnering aan Theo Thijssen (1879-1943), schrijver, onderwijzer en politicus.
We eindigen onze wandeling bij de urn Hella Haasse (1918-2011), zij was voor velen groter dan de zogenaamde grote 3: Mulisch, Hermans en Reve indertijd! Op haar urn staat in Hella’s handschrift de 1e zin van Oeroeg: Oeroeg was mijn vriend.
Veel dank aan Jos! We waren na afloop hartelijk welkom in café Roosenburgh, op De Nieuwe Ooster.
[Foto's: Carin te Hoonte]