‘Laten we vader eruitgooien’ (1967), verhalen van een rebelse vrouw.

Verteller: Carin te Hoonte

Jos van Hest hield een lezing over Mary Dorna, zondag 14 juli 2024 op De Nieuwe Ooster. In het kader van het programma ‘Dode schrijvers, levende woorden’.Deze bijeenkomsten worden regelmatig gehouden op de Nieuwe Ooster Begraafplaats.

Nieuwe Ooster in doeken gehuld, foto Carin te Hoonte

Nieuwe Ooster in doeken gehuld, foto Carin te Hoonte

 

De grote aula op De Nieuwe Ooster oogt als een nieuw kunstwerk van Christo en zijn echtgenote Jeanne-Claude, beide kunstenaars zijn helaas al overleden. De verpakking van de aula blijkt aangebracht in het kader van onderhoudswerkzaamheden.

Precies om 12.00 uur vertrokken we met een groep van 40 belangstellenden onder leiding van dichter en presentator Jos van Hest naar het graf van Mary Dorna. De zon scheen gelukkig. De stoelen stonden voor ons klaar en Jos vertelde ons over het leven van Mary Dorna. Mary Jeanette Tenkink- Stoppelman staat op haar grafsteen, geboren in Amsterdam op 5 november 1891. Ze groeide op in Arnhem en Amsterdam in een niet-religieus joods middenstandsgezin. Haar vader had een textielzaak op de Weteringsschans 80 en het gezin woonde in de Kalverstraat 177. Mary was een bijzonder eigenzinnig kind en de relatie met haar vader was gecompliceerd. Aron Stoppelman was een autoritair man en hield van strikte normen en waarden, waar tegen zijn dochter zich innig tegen verzet heeft. Later schreef ze hierover in ‘Beleefd verzoek’(1938): “Ik behoorde niet tot het soort kinderen dat hij mocht, innerlijk en uiterlijk niet.” Mary deed het niet zo goed op school en Jos vertelde het verhaal, dat Mary haar schoolrapport met allemaal enen in stukjes scheurde en weggooide over de vijver, uitroepend: “alle eendjes zwemmen!”. Haar school was de Hoogere Burger School aan de Mauritskade.  Ze ging van school af en werd leerling van de schilder Jan Bleys op Singel 486. Ze zag dit als een bevrijding en voorbereiding op haar volwassen leven.

In geuren en kleuren vertelt Jos verder, dat Mary op haar 18e een huwelijk begon met Felix Bowers, een Engelsman die snel naar Zuid- Amerika zou vertrekken. Toen het schip een halve meter van de wal af was, wist Mary het al: Felix zou behoorlijk oversekst zijn en Mary gruwde van hem. Bovendien bleek hij helemaal niet van adel te zijn. Ze vluchtte terug naar Nederland, maar werd echter weer teruggestuurd door haar vader naar Argentinië. Uiteindelijk verlaat ze Felix na 2 jaar definitief en betrekt een kamer in Düsseldorf. Hier wordt ze schildersmodel en leest veel. Via een contactadvertentie ontmoet Mary de jonge architect Bruno Wille. Ze ondertekent haar brief met ‘Maria Juana de Videla Dorna’, zoals Jos dat zo prachtig uitspreken kan. Mary schrijft, dat ze uit Argentinië komt en ondergebracht is bij het gezin Stoppelman. In 1916 gaan Mary en Bruno samenwonen in een pension in de 1e Jan Steenstraat. Daarover schrijft Mary in 1932 in ‘Pension Wesseling’. Na hun trouwen wonen ze in het huis, dat Mary’s vader voor hen koopt in Den Texstraat. (‘Intermezzo’ 1928). Bruno’s broer Hanns komt bij hen inwonen. Hij leek op hun oom Ricardo, broer van hun moeder, bohémien en levensgenieter. Zie hiervoor het verhaal van Mary: ‘Mijn Oom Ricardo’, dat door Jos wordt voorgelezen.

 

Mary begint met het schrijven van stukjes onder de naam Mary Wille en kon hier geld mee verdienen. Ze schreef voor Het Volk, Het Vaderland, de NRC, De Groene Amsterdammer en Het Parool. Haar helder, directe stijl raakt veel lezers, zij verzint niets, fantaseert er echter wel wat bij. Haar stijl is eenvoudig en haar toon ironisch en hilarisch. Annie M.G. Schmidt heeft zich zeer zeker door Mary laten beïnvloeden later. Hanns vertrekt naar Duitsland en Bruno werkt veel in Den Haag.

Mary ontmoette de jurist Henk Tenkink, die haar nieuwe cavalier wordt. In 1933  verschijnt haar 1e bundel ‘Wanordelijkheden rondom een lastig kind’. Mary en Henk verhuizen naar de Prins Hendrikkade 175. Mary en haar zusje Betsy – beiden met een niet-joodse man getrouwd, zijn gered door Mary’s leugen, dat zij van Argentijnse afkomst waren. Haar moeder wordt door Henk op het nippertje uit de Hollandse Schouwburg gehaald. In 1944 raakt Mary overspannen, wordt in het Wilhelmina Gasthuis opgenomen. De oorlog heeft haar geknakt. Ze is veel ziek, gaat roekeloos om met slaapmiddelen en alcohol. In de jaren ’60 worden er in hun huis wilde feesten gegeven, waar veel kunstenaars op af komen. Helaas wordt Mary blind en komt vaak ten val. Om de geldzorgen te verlichten worden Mary’s verhalen opnieuw uitgegeven, wat een echte hype veroorzaakt. Simon Carmiggelt schrijft: “voor haar werk sta ik al mijn leven lang bij haar in het krijt.” In 1968 sterft Henk en op 19 maart 1971 komt Mary Dorna te overlijden.

 

Veel dank aan Jos van Hest voor zijn lezing. Jos is initiatiefnemer van het Open Podium in de OBA Oosterdok, dat hij sinds 2004 ook leidt. Dit podium is een broedplaats voor poëzie. Ook draagt hij op De Nieuwe Ooster gedichten voor bij begrafenissen van anonieme overledenen en herdenkt schrijvers en dichters met zijn lezingen. In juni j.l. heeft Jos de Amsterdamse Andreaspenning ontvangen, als erkenning voor zijn grote toewijding aan de poëzie en de literaire gemeenschap van Amsterdam. Welverdiend en alsnog van harte gefeliciteerd Jos! Na de lezing konden we nog even napraten in het café-restaurant op De Nieuwe Ooster.

 

 

 

Alle rechten voorbehouden

56 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Jos van Hest leest uit de werken van Mary Dorna, foto Carin te Hoonte

Jos van Hest leest uit de werken van Mary Dorna, foto Carin te Hoonte

Geen reacties

Voeg je reactie toe