Onderwerp van de wandeling waren de graven van bekende Nederlanders, van 125 jaar geleden. Een periode, waarin Amsterdam zich razendsnel ontwikkelde.
In 1892 ontwierp de tuinarchitect Leonard Anthony Springer De Nieuwe Oosterbegraafplaats in de toen nog zelfstandige gemeente Watergraafsmeer. Deze begraafplaats verving de te klein geworden Ooster Begraafplaats (op de plek waar later het Koninklijk Instituut voor de Tropen gebouwd zou worden). Leonard Springer wilde er de natuur in haar lieflijkste eenvoudige vormen weergeven, want het is de plaats waar men het lichaam aan de aarde teruggeeft. Omdat de Watergraafsmeer als polder veel lager ligt dan het NAP, werd de begraafplaats 2 meter opgehoogd. Van Leonard Springer is op het voorplein rechts zijn buste te zien.
We lopen naar het graf van Cornélie Lydie Huygens (1848-1902). Haar moeder overleed kort na haar geboorte en haar vader vertrouwde haar toe aan zijn jongere ongetrouwde zus Jeanne Marie Huygens, een vriendin van de vrijgevochten feministische actrice Mina Kruseman. In 1896 werd Cornélie als een van de eerste vrouwen lid van de SDAP. Zij schreef politieke manifesten. In 1902 verbaasde Cornélie vriend en vijand door, ondanks haar publiekelijk beleden afkeer van het huwelijk, in het huwelijk te treden. Het huwelijk moet op een teleurstelling zijn uitgedraaid, want 4 weken later verdronk Cornélie zich in een vijver in het Vondelpark.
We wandelen naar het grafmonument van Jacob Olie (1834-1905). Hij is de geschiedenis ingegaan als een fotopionier. Zijn stadsgezichten blinken uit in compositie en perspectief. Hij werd directeur van de 1 e Ambachtsschool van Nederland. Zijn foto’s zijn terug te vinden in het Stadsarchief in Amsterdam.
Willem Witsen (1860- 1923) was een Nederlands schilder, tekenaar, etser, graficus, fotograaf en schrijver. Zijn brieven zijn terug te vinden op Het geheugen van Nederland. George Hendrik Breitner (1857-1923) is bekend van zijn weergave van het Amsterdamse stadsleven, verweven met de zg. ‘Tachtigers”, een groep kunstenaars met grote invloed op de Nederlandse kunstwereld gedurende de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Witsen en Breitner liggen gebroederlijk naast elkaar begraven.
Het graf van Thérèse Van Duijl- Schwartze (1851-1918) is wel het mooiste graf van de Nieuwe Ooster. Thérèse was een veelgevraagd portretschilder. In het Rijksmuseum en in het Joods Historisch Museum hangen veel van haar werken. Het beeld van de schilderes op haar sterfbed, is gemaakt door haar zus Georgine Schwartze, zie foto.
We stonden stil bij het graf van Anthony Dijkgraaf, propagandist van de SDAP en bij de graftombe van Van Heutsz. Onderweg zagen we ook het graf van Raymond van Westerling, die streed tegen de Indonesische Onafhankelijks strijd.
Het graf van Albert Hahn (1877-1918) is gemaakt door Hildo Krop. Hahn was politiek tekenaar en overtuigd pacifist. Hij maakte o.a. spotprenten, oproepen en verkiezingsaffiches voor de SDAP. Het
gezin door Hildo Krop gebeeldhouwd, is een symbool voor de verheffing van het Volk, waar Hahn
zich voor heeft ingezet. Hij overleed op jonge leeftijd aan TBC.
Het prachtige graf van Johannes Hermanus Albregt (1829-1879) en Wilhelmina Albregt- Engelman
(1834-1902), beiden actief in de toneelwereld is van Griekse architectuur, passend in die tijd. Het
monument staat op een centrale plaats op De Nieuwe Ooster.
We eindigen onze wandeling bij het graf van baanwielrenner Piet van Nek (1885-1914). Piet was
een zeer succesvolle wielrenner, die in Leipzig een klapband kreeg en overleed. 80.000 mensen
waren op de been op zijn begrafenis. Op De Nieuwe Ooster hadden zich 5.000 supporters
verzameld. Het sportgraf is gemaakt door beeldhouwer Kees Smout.
Van harte bedankt Mariëtte voor je boeiende en beeldende verhalen! Ook dank aan De Nieuwe
Ooster, die deze rondleiding mogelijk gemaakt heeft. De koffie in Café Roosenburgh smaakte
heerlijk en de bediening was zoals altijd allerhartelijkst!