Van brommers heb en had ik geen verstand, behalve als het een rode brommer was.
Ik ben namelijk als een ekster voor Rood, het is mijn lievelingskleur, al zie je dat in mijn kleding niet terug.
In de Soembawastraat woonde een jongen met een rode brommer, o, wat vond ik die brommer mooi, hij glansde je tegemoet en daardoor werd ik een soort van verliefd op de eigenaar ervan, die helemaal niet zo knap was, een soort nozem met een kuif, maar het ging me dus om de rode brommer. Het was er zo één waarop de berijder voorover moest liggen, zoals je ook wel bij de motorraces in Assen ziet.
Mijn vriendinnetje woonde in de Soembawastraat en daardoor zag ik de brommer plus berijder bijna dagelijks, want hij poetste hem denk ik wel iedere dag. En ik maar zeuren of ik een keertje achterop mocht. Daar had hij geen zin in, ik was beslist niet zijn type.
Maar uiteindelijk wilde hij van mijn gezeur af zijn en aan het einde van een stormachtige middag mocht ik achterop. O wat een feest was dat! Hij reed keihard, ik moest hem stevig vasthouden en mijn haren wapperden in de wind. We gingen via de Zeeburgerdijk langs het Vijfcentenbad over de Diemer Zeedijk, daarna over de Oud Diemerlaan en tenslotte over de Middenweg , Kruislaan, Molukkenstraat en via de Insulindeweg weer naar het startpunt van die heerlijke reis. Gelukkig kwamen we mijn vader niet tegen. Die reed om die tijd op zijn Kaptein Mobylette vanaf zijn werk naar huis. Had hij mij gezien, dan had er thuis wat gezwaaid en hij had harde handen!
Het is overigens niets geworden met die jongen, die keek niet naar keurige meisjes die op ballet zaten. Maar dat ritje vergeet ik nooit meer en wat nu wel weer leuk is: mijn beide kleinzonen doen aan de motorcrosssport, de oudste is er zelfs heel goed in en wint prijzen. Daar is zijn oma dan weer trots op en noemt hem haar 'Flying Dutchman' vooral als de motor rood is!
lees ook:De brommer
lees ook mijn verhaal ROOD