Ik woon in de Domselaertraat in de Dapperbuurt. Drie jaar geleden ongeveer hoorde ik 's ochtends buiten opeens gekakel. Toen ik naar beneden keek, zag ik een kip rondlopen in de tuin van mijn benedenbuurvrouw. Blijkbaar houdt zij kippen, bedacht ik mij. Toen ik een tijdje later terugkwam van boodschappen, zag ik die kip niet meer. Wel een teiltje met rode vegen. Dat leek erg op bloed. Was de kip in de tuin geslacht?
Later begreep ik van een buurman dat mijn Surinaamse benedenbuurvrouw een gebedsgenezeres was en aan Winti deed. Zij was zelfs een vrij bekende gebedsgenezeres. Zelf weet ik niets van Winti, maar blijkbaar speelt een vers geslachte kip een rol bij het hele proces. Ik vond dat eigenlijk wel leuk en interessant. Ik vind het fijn in een buurt te wonen waar dit gewoon kan, waar niemand hier een groot probleem van maakt. In een buurt die gedifferentieerd is.
Zeer waarschijnlijk zal ik dit niet snel nog een keer mee maken. Mijn benedenbuurvrouw is inmiddels overleden. Wie weet is ze ergens nog met kippen in de weer.’