Eén ding is duidelijk, Barend blijft/blijkt niet de geroemde voorzanger, niet de zanger die vol lof werd toegesproken bij zijn afscheid in de Watergraafsmeer, noch bij zijn komt bij Ner Mitswo Wethora Our. Hoe kan dat nu én waarom is er geen vermelding dat hij werd vervangen.
Waarom wordt zijn naam niet genoemd? Wat kan je hier uit afleiden? Was de benoeming geen succes? Of had het misschien toch iets te maken met het feit dat Barend ‘omgang had’ met een niet-joodse vrouw en daar (jaren) later ook me trouwde? Maar toen Barend trouwde was hij al elders aan het werk en wel bij de gemeente Amsterdam. In de genealogische bronnen bij het SAA vond ik zijn pensioenkaart. Daarin staat dat hij per 1 januari 1921 is aangesteld als klerk.
Wat in ieder geval wel zeker is, is dat er in 1919 een nieuwe voorzanger wordt gezocht en gevonden. Dit zoek blijkt uit een bijzonder advertentie in het Centraal Blad voor Isr. in Ned. van juni 1920. Ik had daar wel de hulp voor nodig van Johan Herrenberg en David Omar Cohen. Op verzoek van Johan vertaald David het stukje Hebreeuws in de advertentie. De functie waarom het ging was: Chazzen (= voorzanger) en Bal Koire (= voorlezer, d.w.z. degene die in sjoel tijdens de gebedsdienst de wekelijkse parsje reciteert). Kortom de carrière van Barend als voorzanger duurde niet al te lang.
In dit geval gaat het om een zekere L.D. Staal. Dat is in ieder geval zeker omdat hij in 1934, na een dienstverband van 15 jaar eervol ontslag wordt verleend (bron: NIW van 14-08-1934). Het gaat overigens om Levie Staal, zoon van David (Sneek, 1874 – Sobibor, 1943). Lees ook: blog.despinoza.nl/log/levie-david-staal .
In 1925 wordt in een groot overzichtsartikel van E.S. Hen (“Iets over huis- en chewresjoelen”) nog wel de synagoge in de Nieuwe Kerkstraat aangehaald en wordt er verwezen naar de vroegere en de huidige voorzangers. De naam van Barend komt niet voor in dit rijtje.
Dit schrijft E.S. Hen over deze synagoge: “Een van de meest bloeiende en meest bezochte chewresjoelen is die van de vereniging „Neir Mitswoh Wesouroh Our". 't Zou mij te ver voeren, hier de lotgevallen van deze vereniging in den brede te memoreren. Volstaan wij met te vermelden, dat het fraaie gebouw aan de N. Kerkstraat, waarin de sjoel thans gevestigd is, het derde lokaal in de zelfde straat is, dat de vereen, sinds haar stichting betrokken heeft. Bekende leeraren aldaar waren wijlen A. Sajet en B. v. d. Velde. Thans fungeert als zoodanig Rabbijn Salomons. Van de gazzoniem, die daar dienst gedaan hebben, vermelden wij wijlen de h.h. M. de Brave, Linnewiel, Ph. de Paauw en M. Bolle.” Bron: NIW 14-08-1925
Terug: TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE
OF NAAR: