Frits Slicht
In januari 1921 is er ruimte voor een totaal ander soort hulp. De schoenen van Abraham zijn behoorlijk versleten en moeten nodig gerepareerd worden. De kosten worden door Het Bureau vergoed. Het bedrag dat voor de reparatie is uitgetrokken is f. 3,50. De bedeling wordt nu ook verhoogd, en wel tot f. 4,50.
In mei van 1921 is Abraham nog steeds ‘als externe’ op Het Gesticht, hij hoopt nog steeds op een plek in de Werkverschaffing. Met de gezondheid van Betje gaat het steeds iets minder. In verband met haar gezondheid wordt vanwege de G.G.D melk verstrekt. Mede door een huurverhoging van f. 2,50 naar f. 3,60 per week lijkt enige verhoging, volgens de ambtenaar, wel wenselijk. Besloten wordt tot een verhoging met twee gulden tot f. 6,50. Opvallend is dat nu opnieuw een bedrag van drie gulden wordt gereserveerd voor een schoenenreparatie (voor de schoenen van Abraham). Die f. 6,50 lijkt nog steeds niet zo’n heel hoog bedrag, niet vergeten mag worden dat het Tabakfonds nog steeds blijft steunen met f. 10,- per maand. Het steunbedrag vanuit Het Bureau wordt per 13 juli 1921 opnieuw verhoogd. De gezondheid van Betje is namelijk dermate verslechterd dat zij kan eigenlijk niet meer kan werken (volgens een medisch attest). Het steunbedrag wordt verhoogd tot f. 11,-. Etalage van Plantage Middenlaan 64. Vereeniging tot Werkverschaffing aan Hulpbehoevende Blinden. Foto uit het album samengesteld naar aanleiding van het 25-jarig ambtsjubileum van de directeur A. Boendermaker in 1944. Bron: albums, SAA – datering ca. 1930 
In september 1921 leek Abraham een plek in de Werkverschaffing te krijgen. Op het laatste moment behoorde hij echter niet tot de geplaatsten. Nu lijkt met ook bij Het Bureau voor Maatschappelijke Steun haar geduld te verliezen. Er wordt verwezen naar een speciale vergadering van 23 september waarin men zal bespreken wat ‘er ten aanzien van deze man gedaan kan worden’. Men is het er eigenlijk wel over eens dat Abraham toch niet altijd leerling kan blijven. Of het van doorslaggevende betekenis is geweest, wordt niet duidelijk. Wel is het helder dat Abraham per 5 oktober 1921 geplaatst kan worden op de Werkverschaffing. De ondersteuning kan worden stopgezet.
Woningkaart Tugelaweg 66 I, bron: indexen SAA 
Abraham en Betje zijn in de tussentijd, 1927, verhuisd naar de Tugelaweg 66 huis, komende vanuit de Anjelierstraat 162 een hoog. De huur van deze woning bedraagt f. 3,10 per week. Zij zijn volgens het dossier aangesloten bij het Ziekenfonds: “Door en voor Werklieden”. Naast het pensioen van f. 8,50 en de bijdrage van het Tabaksfonds van f. 10,- per maand (= f. 2,30 per week) wordt het steunbedrag berekend op f. 3,50, ingaande 14 september. Bouwtekening van de Gemeentelijke Werkinrichting voor blinden (verbouwing), 1933. Collectie: bouwtekeningen van het SAA. 
Tot aan september 1939 is er geen melding meer. In deze periode heeft Abraham constant bij de Gemeentelijke Werkverschaffing voor Blinden (GWB) gewerkt. Elke werkdag, vanaf oktober 1921, ging hij naar de Amsteldijk 58. Volgens de bouwtekening van dit pand zat hier ooit de ‘Voormalige bijremise Gemeentetram’. De bouwtekening geeft een beeld van de verbouwing van de oude remise tot GWB.
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 7