Frits Slicht
Laatste uitkering
Eén ding is duidelijk, op 28 september 1934 is de laatste uitkering. Deze datum is de dag dat Ruben 66 jaar oud wordt. Hij valt dan niet langer onder de regeling van de Commissie voor Steunverlening aan Crisis Werklozen. Hij zou dan nog wel een beroep kunnen doen op Maatschappelijke Steun. Volgens ‘de termen’ zou hij recht hebben op een bedrag van f. 4,25 per week. Maar, zo stelt de ambtenaar, ‘m.i. kunnen gehuwde kinderen in staat worden geacht aanvrager onderling te helpen, is belanghebbende medegedeeld’. Opnieuw is een bijlage gemaakt waarin wordt aangegeven wat de verdiensten zijn van de zoons en de ‘behuwd zoons’. Er wordt nu ook aangegeven wie met welk bedrag steunt. Benedictus steunt met f. 3,50, David met f. 2,-, dochter Klara met f. 1,50, Abraham en Johanna met een gulden en Sara met f. 1,25 (in totaal elke week met f. 10, 25). Opvallend is dat voor het eerst de dochters worden genoemd, meestal worden alleen de ‘behuwde zonen’ benoemd. ‘Gelukkig’ worden nog wel de echtgenoten van de dochters genoemd. Per 25 juli 1935 wordt Ruben vrijgesteld van het stempelen. Dit is opvallend, Ruben is dan bijna 67 jaar en ontvangt al enige tijd geen steun meer.
Naar een nieuw ‘steunbureau’
Vanaf dit moment is er nog wel een dossier van Het Bureau, maar gaat het allen om het verstrekken van Versterkende Middelen (VM). Deze zijn aangevraagd door de GG en GD, maar over het waarom wordt geen informatie verstrekt. De VM zijn bedoeld voor Ruben, De VM worden voor 90 dagen verstrekt en telkens ook weer verlengd, soms met 90 dagen dan weer met 16 of 24 weken. De samenstelling varieert iets. Meestal gaat het om een ons vlees, een half ons boter en een ei per dag. Later worden de VM meer per dag vertrekt, maar per week. De VM worden op bon verstrekt. Louis Bothastraat, hoek Krugerplein, met Het Kaashuis in aug. 1934. Bron: fotoarchief SAA. 
TERUG NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 16