De voorziening voor wat betreft de Versterkende Middelen loopt helemaal door tot in de jaren veertig. Zelfs als Het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappelijke Steun al van naam is verandert in het Gemeentelijk Bureau voor Sociale Zaken.
Extra:
“In 1927 werd het Burgerlijk Armenbestuur opgeheven. De verschillende instellingen die onder het Burgerlijk Armenbestuur ressorteerden bleven wel bestaan, elk afzonderlijk onder een eigen bestuur. Het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappelijke Steun volgde het Armbezoek van het Burgerlijk Armenbestuur op en was als uitvoerend orgaan de voorloper van de Sociale Dienst. De naam van het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappelijke Steun werd in 1941, na taakverruiming op het gebied van werkloosheidsbestrijding, veranderd in Gemeentelijk Bureau voor Sociale Zaken.” Bron: Archief van de Sociale Dienst, aanvulling.
Maart 1942
Wat nog wel duidelijk is, is dat de uitkering van de ANDB in maart 1942 is verlaagd tot twee gulden om kort daarna helemaal te worden stopgezet. Of dit te maken heeft met de anti-joods maatregelen (vanaf uiterlijk 27 maart 1942 mochten Joden geen lid meer mochten zijn van de ANDB). Dit alles op grond van de Verordening van den Rijkscommissaris No. 199/41 waarin werd gesteld dat alle Joodse diamantbewerkers(sters) moesten bedanken als lid van de ANDB. De laatste meldingen is van 26 augustus 1942. Er worden opnieuw VM ‘toegestaan’ en wel voor 24 weken. Uit de hier afgebeelde formulieren uit 1941 blijkt dat men de oude formulieren gebruikte en deze met een stempel aan heeft gepast.
Het einde
Ruben Soesan en zijn vrouw Dientje Soesan – Polak worden op 28 mei 1943 in Sobibor vermoord. Uit de kaarten van de Joodse Raad van Ruben blijkt dat hij in de broodvoorziening zat. In feite is dit steunverlening in de vorm van brood, maar had ook van doen met de beperkte mogelijkheden van de Joodse bewoners om hun boodschappen te doen. De kaarten staan onder dit verhaal.
Tot slot nog ‘enige opmerkingen’ met betrekking tot de kinderen van Ruben Soesan en zijn eerste vrouw Rachel Kat. In totaal kregen zij samen 12 kinderen. Eén van de kinderen was Engelina Soesan. Zij was geboren op 1 april 1904 en zou op veertienjarige leeftijd overlijden op 29 juli 1918. Zij was toen werkzaam bij en firma S. Van Norden (Snoekjesgracht 8-10). Uit een kleine rouwadvertentie blijkt dat zij ‘na een korte ongesteldheid’ was overleden (bron: NIW 02.08.1918). Haar overlijden werd door het personeel diep betreurd. Andere rouwadvertenties vond ik in het blad van de ANDB. Daaruit blijkt dat de hele familie meeleefde met haar ziekte en overlijden.
TERUG NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 17