De derde aanvraag dateert van mei 1906. Het gezin bestaat inmiddels uit 14 personen. Ruben Soesan is volgens opgave werkloos sinds november 1905, hij verdiende ongeveer 35 gulden per week. Opvallend genoeg geeft zijn lidmaatschapskaart van de ANDB een ander beeld. Op de kaart staat dat hij in 1905, 52 weken gewerkt heeft! Van de kinderen hebben alleen Eva en Femma een inkomen. Eva is nog steeds dagdienstbode in de de Uilenburgerstraat en verdient, naast ‘de broodkost’, een bedrag drie gulden per week. Nu is de naam van ‘de mevrouw ’voor wie zij werkt erg onduidelijk, maar het zou Hoofiën kunnen zijn. Die kwam ik eerder tegen als directrice van de Bewaarschool. Zij woonde op hetzelfde adres in de Uilenburgerstraat! Femma is kleermaakster bij Snuif op de Achterburgwal 96 en verdient 6 gulden per week. Johanna, de derde dochter, werkt in de huishouding. De oudste zoon Abraham (hij is 16 jaar oud) is leerling diamantbewerker, maar werkloos. De notitie dat Esther nog zonder betrekking is, komt misschien wat vreemd over, maar op veertienjarige leeftijd werkten vele meisjes.
De huur van de woning is inmiddels f. 3,25 per week, er is een huurschuld van 9 weken. Daarnaast staat er een bedrag van f. 36,- uit bij de Stadsbank. De ambtenaar is van mening dat de verdiensten voor dit toch wel talrijke gezin wel gering zijn. Hij is echter van mening dat de kinderen van 18, 16 en 14 het ontbrekende ‘er wel bij zouden kunnen verdienen’. Daarnaast verwijst hij naar een rapport (dat niet in het dossier zit) waarin wordt gesteld dat de man, Ruben dus, in het verleden als venter of sjouwer in het onderhoud heeft voorzien. Het besluit is dan ook om dit verzoek om onderstand af te wijzen!
De Stadsheelmeester
In mei 1908 moet Ruben Soesan zich melden bij de Stadsheelmeester of Stadsgeneesheer. Zijn taak was toezicht houden op de openbare gezondheid en hij werd aangesteld door de stad. De geneesheer verklaart dat R. Soesan is staat is om zijn werk te verrichten ‘als er is’. Daarnaast noteert hij: ‘krijgt bovendien, als hij niet in staat is te werken uitkering van de ANDB’. Opmerkelijk vind ik de gedrukte standaardopmerking: N.B. Dit biljet mag niet gebruikt worden om te bedelen.
De stadsheelmeester was K.F. Ludwig die in het jaar 1910 zijn vijftigjarig jubileum vierde: “Op den laatsten dag van dit jaar herdenkt een algemeen bekend en geacht stadgenoot, de heer K. F. Ludwig, den dag, waarop hij vóór vijftig jaar de bevoegdheid verkreeg van stedelijk Heelmeester te Amsterdam. De jubilaris, die de laatste der practiseerende Stedelijke Heelmeesters is, studeerde aanvankelijk op het gymnasium te Delft, vervolgde daarna de lessen aan de klinische school te Amsterdam…… “ Bron: De Courant van 28 december 1910.
TERUG NAAR: VERHAAL1
OF NAAR: VERHAAL 7