Ruben en de ANDB
Ruben Soesan heeft vanaf 1898 tot en met 1930 bijna altijd gewerkt in de diamantsector. Dit blijkt uit de lidmaatschapskaart van Ruben. Als Ruben lid wordt van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond in 1898 is hij 30 jaar oud. Dat betekent niet dat hij pas op latere leeftijd is gaan werken in deze sector. Uit het militieregister blijk bijvoorbeeld dat hij al werkzaam was als diamantslijper. Hij werd gekeurd in februari – maart 1888, hij was toen 19 jaar oud. Daarom zijn er ook geen gegevens over zijn leerperiode bijvoorbeeld, er is geen leerlingenkaart van hem. Over zijn leerperiode is met andere woorden niets bekend. Niet wanneer hij is begonnen, noch bij wie hij zijn examen heeft gedaan.
Uitgaande van het bevolkingsregister over de periode 1874 tot en met 1893 blijkt hij tussen 1890 en 1893 in ieder gewerkt te hebben als diamantbewerker / versteller. Wat zijn verdiensten zijn, dat is onbekend. Ruim zal het niet zijn geweest zeker niet gezien het snel uitdijende gezin. Tussen 1887 en 1903 worden negen kinderen geboren. Vanaf 1901 woont het gezin in de Uilenburgerstraat op nummer 29 II of 29B.
Naar het Armbestuur
Vanaf 1902 doet Ruben Soesan een beroep op het Burgerlijk Armbestuur, afdeling Huiszittende Armen, Weduwenhof en Armenhuis, Rapport voor Gehuwden (HZA). Het gezin Soesan woont in 1902 nog in de Uilenburgerstraat. De huur van de woning bedraagt f. 3,- per week. In eerste instantie gaat het om de zogenaamde winterbedeling. Hij doet dit beroep vanwege zijn tijdelijke werkloosheid. In het dossier staat: ‘De man die van beroep diamantslijper is en een zeer goed vakman kan uithoofde van zijn zwak gezicht niet anders dan “groot werk” slijpen tengevolge waarvan hij wegens slapte in het vak sedert 5 à 6 weken werkloos is en met diverse bezigheden hoogstens f. 5,00 per week verdient. Volgens informatie: aan de fabriek van Vigeveno in de Sint Anthoniesbreestraat heeft hij zich herhaaldelijk aangemeld om werk en is hem dat ook beloofd doch is het heden niet geholpen kunnen worden. Van enkele familieleden ontvangt het gezin nu en dan enig geld en eetwaren.’
De ambtenaar noteert dat het om een groot gezin gaat (er zijn negen kinderen) met geringe verdiensten en dat zijns inziens Winterbedeling gewenst is. Verder noteert hij dat er voor f. 4,30 aan beleenbriefjes uitstaan en dat het gezin ‘nimmer gevraagd of genoten heeft’. Of het gezin ook daadwerkelijk hulp heeft gekregen en in welke vorm is aanvankelijk niet duidelijk. In 1904 wordt er opnieuw een beroep gedaan op HZA (het gaat dan om Onderstand), dan blijkt dat er in 1902 drie broden en turf werd verstrekt. Of het om verstrekking per dag op per week gaat, is niet bekend (maar meestal gingen dit soort verstrekkingen per week).
TERUG NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 5