Mijn zus, Helena (Lenie) Penseel heeft haar hele leven in de Indische buurt gewoond, als we de jaren dat ze in Luxemburg, Spanje en Amerika woonde niet meerekenen. In 2022 verhuisde ze âgedwongenâ van de Zeeburgerdijk naar de Watergraafsmeer, omdat de huizen op de dijk een grote renovatie ondergingen. In de oorlog woonde ze eerst met mijn moeder op 191, omdat mijn vader al voor het uitbreken van de oorlog met tuberculose werd opgenomen in het Militair Hospitaal in Utrecht. Hij bleef officieel dienstplichtige tot 1 augustus 1945. Het grootste deel van de oorlog verbleef hij in het sanatorium Hoog-Laren in het Gooi. Mijn moeder en zus moesten in de oorlog het huis op 191 verlaten, want er was ernaast brand uitgebroken. Er was waterschade. En de Duitsers oefenden in het Lozingskanaal met rubberen opblaasboten voor hun oversteek naar Engeland. Ons huis werd gebruikt voor die boten, die ergens moesten blijven. Mijn moeder kreeg een woning in zuid aangeboden en een benedenhuis aan de andere kant van de Zeeburgerdijk, op 141. Die werd genomen, omdat de ene oma en opa in de Sumastrastraat woonden en de anderen ook, op de Zeeburgerdijk nummer 3". Die waren zo dichtbij om op te passen als mijn moeder erop uittrok om voor eten te bedelen bij de boeren tot in Overijsel aan toe.
Er waren dus altijd veel Duitsers in de buurt, want ze bivakkeerden in barakken aan het eind van de dijk. Mijn zus herinnert zich dat er ook wel aardige Duitsers waren. âToen ik een keer sneeuwballen aan het gooien was met andere kinderen, gooide ik per ongeluk een sneeuwbal in de nek van een Duitse soldaat. Ik dacht dat hij me zou doodschieten, maar hij lachte en gooide een sneeuwbal terug.â