Meester van de Groep
Op de afscheidsfoto van de zesde klas ontbreek meester van de Groep. Hij was onze onderwijzer vanaf de vierde klas en een deel van de vijfde. Helaas kon hij ons afscheid van de school niet meemaken want hij werd ziek. Hij kreeg TBC en werd opgenomen in een herstellingsoord. Op die manier moest toen die ernstige ziekte nog bestreden worden.
Dat hij niet meer les kon geven was een enorme klap voor ons allemaal. Hij was een geweldige onderwijzer. Wij vierden allemaal mee dat hij vader werd van zijn tweede kindje. Zijn oudste dochter zat op de kleuterschool op de Zaaiersweg en een leerling mocht als beloning voor goed werken haar om vier uur van school halen. Hij las ook voor uit Kruimeltje en de Scheepsjongens van Bontekoe, bijvoorbeeld op de toch toen al wel wat vervelende zaterdagochtend; toen bestond de werkweek namelijk nog uit 6 werkdagen.
Nadat hij ziek werd moesten natuurlijk alle leerlingen en personeel van de hele school getest en ingeënt worden. Voor het testen kreeg je een schram op de arm en we stonden in een rij voor het directeurskamertjes van juffrouw Boots. Gelukkig werd niemand van ons ziek.
We stuurden we meester van de Groep natuurlijk eigengemaakte tekeningen geadresseerd naar de Petrus Werthweijn Stichting in Zeist waar hij verbleef. Maar we zouden hem nooit meer als onderwijzer voor de klas zien.
Vakantie Kinderfeest
Gelukkig kon meester van de Groep voor hij ziek werd nog wel mee met het schoolreisje van Vakantie Kinderfeest voor de Amsterdamse Schoolkinderen. Onze klas ging naar Vierhouten. Andere klassen naar Renkum. Daar hoorde een speciaal liedje bij:
Drie dagen naar buiten naar bos en naar hei
Welk Amsterdams Schoolkind is daar niet graag bij
Drie dagen logeren in prachtige streek
Daarvoor laat je je schoolboeken graag in de steek
Drie dagen uit in klassenverband
Je hart op te halen in’ t bos of aan ’t strand
Drie dagen uit met Vakantie Kinderfeest
Zo prettig en zo vrolijk zijn we nooit uit geweest.
Schooltuinen
Ook was hij er nog bij toen we naar de schooltuinen aan de Kruislaan gingen. Wie nog geen fiets had moest lopen of hij mocht achterop bij meester van de Groep. Met de hark, de schoffel, de spade en de gieter gingen we er op uit om te zaaien, te planten en te oogsten. Tuinkers was het eerste gezonde gewas dat opkwam en geoogst kon worden. Dat moest in de letter van je naam gezaaid worden. Ook de sla, de worteltjes en de bietjes waren voor de vakantie oogstrijp.
De vijfde klas was juist voor dit project uitgekozen omdat na de vakantie de dan zesde klassers nog boerenkool en aardappels konden oogsten en dan stonden er ook nog genoeg bloemen: dahlia’s en cosmea’s in bloei. Gelukkig dat er nu toch ook nog schooltuinen bestaan. Wij beleefden er in ieder geval veel plezier aan en het was een leuke aanvulling voor de gezinsdis.
Ik weet niet of er tegenwoordig nog zo getekend wordt als wij in die tijd. Alle figuurtjes moesten Pietje Precies met Oost-Indische inkt omlijnd worden, zoals op deze tekening van het kippenhok op het binnenplein van de school.
Mijn tekeningen uit die tijd zijn allemaal bewaard gebleven en het is leuk om te zien hoe ‘mijn talent‘ zich ontwikkelde.
We tekenden vaak naar aanleiding van verhalen, zoals hier De rattenvanger van Hamelen of Niels Hilgersons wonderbare reis.
Met schoolzwemmen in het Sportfondsenbad ging meester van de Groep ook nog mee in de vijfde klas. Hij regelde ook het corvee voor het kippenhok dat de taak van voor onze klas.
We kregen een nieuwe onderwijzer: mijnheer Zwiers. Hij kwam uit Indonesië en had in Japanse gevangenschap gezeten. Hij vertelde dat hij in een fabriek werkte, die gebombardeerd werd. Zijn verhalen waren erg spannend en maakten grote indruk op ons. Maar hij was ook een fijne onderwijzer, waarmee we op een goede manier de eindstreep van onze Lagere Schooljaren haalden.
Dit verhaal bestaat uit 5 delen: