De heer Schouten
De heer Schouten van Gijselen, onze gymnastiekonderwijzer was van adel en zo gaf hij ook les. Rechtop, want hij zat in een korset wegens zijn rug. We stelden ons op in de rij voor rondjes lopen en huppelen met voorop de grootste en aflopend naar de kleinste drie meisjes: Loesje Lisser, Henny Smit en Erny Sieswerda. De volgorde van die drie wisselde per jaar. We mochten vaak in de gymnastiekzaal het ‘apenspel’ doen en dat deden we met veel enthousiasme. Als we twee gymnastiekuren na elkaar hadden, gingen we naar het Onderlangs, de speeltuin en dan deden we veel balspelen. Er werden dan twee ploegen gevormd en ik, helaas, werd altijd als laatste geroepen. Dat gymnastiekuurtje deden we samen met een andere, hogere klas.
Klasgenoten
Over Ernst Scholte heb ik een bijzondere herinnering. Hij was een buitenbeentje in de klas en er werd gefluisterd, dat zijn vader communist was en dat klonk toen schijnbaar niet goed. Hij woonde naast de school op het Huismanshof. Ernst had altijd vieze handen en het noodlot wilde dat ik in de zesde klas met mijn tafeltje naast hem werd gezet. En juist in die tijd mocht ik voor het eerst een permanentje halen bij Kapper Verkaik in de kapperszaak aan de Middenweg. (Even terzijde: voor een permanente krul in je haren werden de wikkels nog met snoeren aan een elektrische machine vastgekoppeld). Verkaiks zoon Harry zat dus ook bij mij in de klas. Hij was een beetje wat wij nu waarschijnlijk een ‘wappie’ zouden noemen. Samen met zijn vriendje Bert van de Berg (Brinkstraat). Nou om op Ernst terug te komen: hij vond dat ik een kroeskop had en misschien was dat ook wel zo.
Nog een paar namen … Van iedereen weet ik nog wel wat, maar laat ik dit keer Jellie de Graaf (Brinkstraat) noemen. Eigenlijk heette ze Jarigje, maar met die naam wilde ze niet genoemd worden. Zij was mijn buurmeisje. Ze had mooi blond haar en was ontzettend lief en zorgzaam. Op een ijzig koude dag in de winter van 1945/46 probeerde ze met haar handen de mijne te verwarmen. Als ik weer aan Jellie denk, stel ik me het vriendinnetje Betje van Ciske de Rat voor.
Jopie Bouman (Duivendrecht) was een van de leerlingen die er later bij kwam. Ze was ook zeker een jaar ouder en klaarblijkelijk zeer vroegrijp, want op een dag kwam ze niet meer op school en er werd gefluisterd dat zij een kindje moest krijgen. Toen besefte je niet wat het moet zijn geweest in die tijd als zo’n jonge ongehuwde moeder. Later kwam ze gewoon weer terug, want ze staat wel op de foto.Loesje Lisser (Veeteeltstraat) had niet bij ons op de Kleuterschool gezeten maar na de vakantie was ze er op eens wel. Ze was ondergedoken geweest. Tijdens de reünie van de school in 1986 hoorden we dat ze getrouwd was met een Fransman en in Frankrijk woonde.
Els Kloek (Huismanshof) was een dag na mij jarig en ze had wel een heel bijzonder partijtje georganiseerd. Haar broer was namelijk piloot bij de KLM en zij nodigde namens hem haar vriendinnen uit voor een excursie naar Schiphol. Dat was dus in juni 1952.
Joke van Laar: aan haar heb ik als een nog oudere herinnering, namelijk van de eerste dag op de Kleuterschool (1943). Joke was heel verdrietig dat haar moeder haar achter moest laten bij die vreemde juf. Ze zat te huilen in de vensterbank. Gek, dat je zoiets zo lang geleden nog zo scherp kan herinneren. Later jaren heb ik haar nog eens ontmoet bij de Munt. Daar werkte ze in een souvenirswinkeltje.
Lia van der Linde (Egstraat) Van haar kan ik me nog heel goed herinneren dat ze in een toneelstukje op in de derde klas ‘Sneeuwwitje en Pikzwartje’ een rol kreeg. Het ging over twee vlinders en Lia speelde de witte vlinder. Ze moest daarvoor witte handschoentjes hebben. Het feit wilde, dat mijn moeder haar kanten trouwhandschoentjes zuinig had bewaard, maar ze toch wel even wilde uitlenen. De handschoentjes bleken te zijn weggeraakt en mijn moeder heeft ze tot haar groot verdriet nooit teruggekregen.
Ach, mijn leuke klasgenoten… Het voert toch te ver om ze allemaal te noemen. Over jongens weet ik helaas niet zo heel veel maar wel dat in het laatste schooljaar briefjes rondgingen met de vraag of je met ‘iemand wilde gaan’. Ik was daar zeker nog niet aan toe maar werd automatisch gekoppeld aan Frans Kindervater. Er is echter nooit wat van gekomen. Frans was met Bert Mollema de langste en jongen van de klas en ik was maar een onderdeurtje.
Dit verhaal bestaat uit 5 delen: