Remine Alberts heeft hele goede herinneringen aan haar middelbare schooltijd. Zij ging al op elfjarige leeftijd naar de derde Hogere Burgerschool (HBS) met driejarige cursus (de derde drie) aan de Polderweg omdat zij op de lagere school een klas had overgeslagen. "De leraren op deze school hadden tot doel de arbeiderskinderen, die het thuis niet breed hadden, te verheffen. Als je arbeider was, maar wel een goed stel hersens had, dan moest het niet verboden worden om te leren. Als ik er nu aan terugdenk was dat een idealistische, bijzondere manier van lesgegeven."
Na twee jaar fuseerde de school met de vijfjarige HBS op de Mauritskade. "Dat was heel vervelend, want daar heerste een totaal andere cultuur. Een leraar, uit Wassenaar, vroeg mijn moeder hoe zij, uit de Dapperbuurt, het in haar hoofd haalde om mij op die school te doen. Dit gaf mij de uitdaging om ze ‘een poepie te laten ruiken’ en ik haalde goede cijfers.
Toen ik klaar was met de driejarige HBS trad net de Mammoetwet inwerking, en ging ik naar de HAVO, wederom op de Polderweg. Mijn leraar Nederlands, George Groot - de cabaretier - heeft mij gestimuleerd om daarna naar de nieuwe lerarenopleiding, de Witte Lelie, te gaan, waar ik Nederlands en geschiedenis heb gestudeerd.
Op een reünie van de middelbare school heb ik mijn huidige man ontmoet."