Toen ik in 1994 in mijn mooie, grote, lichte droomhuis aan de Pretoriusstraat kwam wonen, zaten de ouderwetse ramen met gewichten er nog in en zelfs een prachtig glas-in-loodraam. Hetzelfde raam zag je ook op de andere verdiepingen en bij andere woningen links en rechts. Samen met de strak versierde plafonds gaf het raam het huis een echt stijlvol jaren ’10 gevoel. Natuurlijk tochtte het, maar dat nam ik graag op de koop toe. De huisbaas niet, want ruim een jaar nadat wij erin waren getrokken, werden alle ramen vervangen door nieuw tochtvrij dubbelglas met oerlelijke plastic kozijnen. Niet alleen de houtenkozijnen en houtenvensterbanken werden eruit gerukt, ook het glas-in-loodraam moest eraan geloven. We hebben de huisbaas toen gesmeekt om het raampje en mochten het houden, als aandenken.
Ongeveer een jaar later ging mijn relatie uit, mijn ex-vriendje nam het onderste deel van het raam mee, ik behield het bovenste deel. Zijn deel hangt in Rotterdam, de mijne nog altijd aan de Pretoriusstraat, maar dan in de huiskamer. Een herinnering aan het oude Oost en het oude straatbeeld voordat de glas-in-loodramen van onze panden en de donkergroen versierde balkons van de buren verdwenen. Door de jaren heen heb ik mij er vreselijk boos om gemaakt. Zeker toen bij de buren de mooie balkonrailings vervangen werden door saaie, lelijke rechte metalen railings. Het straatbeeld werd er niet beter op.
Gelukkig zie je hier en daar nog dezelfde glas-in-loodramen en railings, bijvoorbeeld om de hoek op het Steve Bikoplein. Ook die huizen worden opgeknapt, maar nu worden de oude ramen zorgvuldig behouden. Maar ja, dat zijn wel koopwoningen, niet huur.