Over die spoorbaan langs de Tugelaweg werden vaak op zondagavond beestenwagens neergezet met koeien die de volgende ochtend naar het abattoir gingen. Het leek wel of die koeien wisten waarheen ze gingen en loeien de hele nacht onafgebroken. Het gevolg was wel dat wij in die nachten geen oog dicht deden. Ons gezin woonde namelijk op de hoek van de Spitskopstraat met de Tugelaweg (direct aan het spoor). Ik ben op die plek geboren.
Bij bijzondere gebeurtenissen (het overvliegen van de Zeppelin of de Do X) gingen honderden mensen op die spoorbrug staan om beter te kunnen zien. De Dornier DO. X heeft in 1930 Amsterdam aangedaan. In Amsterdam had je bij Schellingwoude een luchthaven voor watervliegtuigen. Als het gesneeuwd had waren de treden van de brug bijzonder glad wat tot veel gebroken armen en bene heeft geleid
Aanvulling Frits Slicht
Die spoorbrug was vanaf 1939 verleden tijd. De verhoogde spoorbaan werd aangelegd. Kranten uit die tijd spreken over ‘een bevrijding van de Indische Buurt, de Watergaafsmeer en de Transvaalbuurt uit haar betrekkelijke isolement’. Met de kennis van nu, is dat inderdaad een betrekkelijke bevrijding geweest. In 1985 vertelt Theo Vleeschouwer in een artikel in Het Vrije Volk (4 mei) over de levendigheid van de Transvaalbuurt. Hij vertelt: “En levendig was die buurt geweest mat als één van de voornaamste ingangen de Maritzstraat, uitmonden op het Krugerplein. Die Maritzstraat was vóór 1940 (toen er nog geen spoordijk, maar wel spoorbomen waren) een duidelijke voortzetting van de Beukenweg. Maar na het aanleggen van het dijklichaam vanaf het Centraal Station in de richting van de Berlagebrug werd er als het ware een kunstmatige grens tussen de Oosterparkbuurt en de Transvaalbuurt tot stand gebracht die veel joodse inwoners van de Transvaalbuurt in de laatste maanden van 1942 en 1943 noodlottig is geworden.” De spoorbaan werd, zoals hij beschrijft, een handlanger van de Duitsers. De Transvaalbuurt kon vanaf de centrum-kant makkelijk worden afgesloten.