Frits Slicht
Wat er aan vooraf ging
Levie Canes, geboren op 21 september 1917, was de zoon van Johanna Soesan en Liepman Canes. Liepman en Johanna waren op 16 januari 1916 en woonden op de Tugelaweg op nummer 28 tweehoog.
Levie zou gaan werken als etaleur bij een winkel in de Kalverstraat 125-127. Hij heeft daar in ieder geval nog tot en met maart 1941 gewerkt. Hij heeft namelijk in januari 1940 en in maart 1941 aangifte gedaan bij de politie. Hij deed dit namens Maison de Vries. In het meldingsrapport van 20 januari 1940 wordt vermeld dat er uit twee buitenvitrines kleding was ontvreemd (twee bruine wollen rokjes en twee vilten damesvesten). Het meldingsrapport van 17 maart 1941 geeft aan dat er sprake is van opnieuw een diefstal uit de buitenvitrines. Het deurtej van de vitrine was mogelijk met behulp van een schroevendraaier open gewrongen. In dit geval ging het om een grijs geruite blouse en om een zwart plissé rokje.
In het verzet
Daarna neem zijn leven wel een totaal andere wending. Hij besluit om zich aan te sluiten bij het verzet. Of dit pas na maart 1941 is gebeurd, weet ik niet zeker. Wel is bekend dat hij zich heeft aangesloten bij het Comité voor Vrij Nederland. Volgens zijn neef Maurice Ferares is hij uiteindelijk ‘gepakt’ toen hij een oversteek wilde maken naar Engeland.
Volgens de gegevens die zijn vermeld op het Digitaal joods Monument is hij op 14 januari 1942 in Haarlem opgepakt. Hij werd uiteindelijk beschuldigd en veroordeeld voor spionageactiviteiten en het in bezit hebben van wapens.
Op 2 maart 1944 werd hij in Fort De Bilt in Utrecht ter dood gebracht.
