Inleiding
Ik loop al enige tijd met een onopgelost raadsel in mijn hoofd. Ik vond namelijk een kaart van de Dienst Openbare Werken een verwijzing naar een soort van schuilkelder. Ik heb overal gezocht en ben uiteindelijk bij Maurice Ferares terecht gekomen. Hij woonde voor en tijdens de eerste oorlogsjaren in de Spitskopstraat. dat was op loopafstand van de plek waar zo'n schuilplek zou zijn geweest.
Maurice Ferares schreef mij:
"Beste Frits,
er waren meerdere van die schuilplaatsen op de Tugelaweg. Er was een tussen de loods en het padje naar de spoorbrug (naar de Beukenweg). Die noem jij, ik meen dat er ook eens was tegenover de Magersfonteinstraat.Voor de oorlog gingen natuurlijk nooit mensen in zo’n schuilplaats. Ze waren smerig, en ze roken naar urine. Ik herinner me dat op de dag dat de oorlog uitbrak en ‘s morgens de sirenes loeiden, mensen in paniek naar die schuilplaatsen holden met een vergiet of een juspan op hun hoofd. Dat was op advies van mensen die in militaire dienst waren geweest. Die schuilplaatsen waren niet meer dan een hoop zand waar gras op was gegroeid en waarin een ruimte was uitgegraven. Er zaten geen deuren in en boden niet meer bescherming dan tegen eventueel rondvliegende scherven. Later gingen er wel mensen in die op straat waren als er luchtalarm was. Maar voor de rest geloofden de mensen niet dat ze enige bescherming boden.
Ik ben nooit in zo’n schuilplaats gegaan!
Groet Maurice"