Geloof, het joodse geloof, speelde bij ons eigenlijk geen rol van betekenis. Alleen Joods Pasen (Pesach) werd nog wel gevierd. Mijn vader wilde trouwens ook wel op Grote Verzoendag nog een enkele keer naar de synagoge gaan. Hij ging dan naar de synagoge in de Linnaeusstraat. Zelf ben ik daar nooit binnen geweest. Ik ben trouwens ook niet Joods getrouwd. Dat vond ik wel erg, maar dat kon niet meer in 1942.
Mijn zuster Sophie is op 4 juni 1942 getrouwd, zij is nog wel Joods getrouwd (lees hier meer over het Joodse huwelijk). Toen ik in 1942 wilde trouwen, waren de synagogen gesloten. Sophie is nog ‘onder de choppe of choepa getrouwd. Zij trouwde met Philip Slier. Philip was even oud als mijn zuster, hij was handelsreiziger. Trouwen volgens de regels hoefde niet perse in de synagoge, je kon ook trouwen in een zaal. Mijn schoonzusje, Sientje Roselaar, is bijvoorbeeld in een zaal getrouwd. Sophie is nog wel in een synagoge getrouwd. Dat was een synagoge in de oude Jodenbuurt. Het was geen sjieke synagoge, het was meer een kleine sjoel. Mogelijk dat het in de buurt van de Uilenburgerstraat was.