Adoptie
Ik ben in 1924 in de Retiefstraat komen wonen, maar ik ben er niet geboren. Bij mij is het namelijk wel heel ‘gek gevallen’. Ik ben namelijk geadopteerd. Ik heb eerst ongeveer anderhalf jaar in een tehuis gewoond. Ik weet niet zeker of het een joods weeshuis is geweest waar ik heb gewoond. Ik hoorde pas zo rond mijn twaalfde dat ik was geadopteerd.
Na die eerste anderhalf jaar kwam ik te wonen bij de familie Hakker. Dat was een joodse familie. Mijn biologische moeder was overigens ook een joodse vrouw.
Mijn vader was Bernard Hakker, mijn moeder Raatje Truder. Ik heb hen altijd beschouwd als mijn echte vader en moeder.
Over mijn biologische moeder
Pas later heb ik mij gerealiseerd dat er dingen waren gebeurd die iets mee te maken hadden met mijn biologische moeder. Dat er bijvoorbeeld een vrouw was, het was bij een brug dat we haar tegenkwamen, die beweerde dat zij mijn moeder was. Dat staat nog op mijn netvlies, ik moet een jaar of vijf zijn geweest.
Mijn moeder (Raatje Hakker-Truder) zei toen: “Hoe komt ze d’r bij”. Toen het uiteindelijk uitkwam, heb ik mijn moeder gevraagd hoe het zat. Zij vertelde mij dat het inderdaad ‘mijn echte moeder’ was geweest die we waren tegengekomen.
Ik was door mijn moeder afgestaan, dat moest omdat ze ‘niet helemaal goed’ was en ook niet meer zo jong. Zij was 42 toen ik werd geboren. Haar naam weet ik niet.
Mijn ouders!
Mijn vader, Barend Hakker, is op jonge leeftijd gestorven. Ik was acht jaar oud toen hij kwam te overlijden. Hij overleed op 15 juli 1931, hij was geboren op 19 maart 1886. Mijn moeder, Raatje Truder, was van 7 september 1886. Mijn ouders zijn getrouwd op 28 september 1910 in Amsterdam.