Het was mijn eerste dag als werkleider bij jeugdgevangenis het Lloydhotel. De portier deed de deur voor me open, gaf me een sleutel, de tweede deur ging open en ik stond op de gang. Geen comité van ontvangst, niets. Ik liep naar de keuken waar ik stemmen hoorde. Daar dronk men voor het werk even een bakkie bij de kok. Direct werden mij vragen gesteld, waar ik ging werken enz. Ik zou werkleider worden, meer wist ik niet. Mijn chef zou pas ‘s middags komen, dus tja, wat moest ik in de tussentijd doen? De onderhoudsman zei dat het geen probleem was: "loop maar met mij mee de hele dag, het komt allemaal goed. Ga nu maar even met mij mee naar boven. In de isolatiecel zit een jongen en die moet eten hebben." Een bord met twee extra dik besmeerde boterhammen met pindakaas, want hij moet er nog van groeien, en een beker kokend hete thee werden in mij handen gedrukt en ik liep mee. Bos sleutels, deur open, deur dicht en we stonden voor de isolatiecel. De man klopte op de deur en maakte het stalen luikje open. "Goedemorgen jongeman, goed geslapen?" Hij stak zijn hoofd met het bord pindakaasbrood door het luik. Meteen hoorde ik hem stevig schelden. Zijn hoofd kwam terug en op ieder oog hing een snee brood met pindakaas. Hij rukte vervolgens de thee uit mijn handen en smeet die naar binnen, "Hier klootzak, je thee!", en deed het luik weer dicht. Hij haalde de pindakaas van zijn gezicht en liep vloekend de gang op. Ik stond te trillen op mijn benen. Wat gebeurt hier? Wat een schrik! Waar ben ik in vredesnaam aan begonnen? De hele dag liep ik met de man mee en toen ik ‘s avonds naar huis ging was ik bekaf. Waar was ik in verzeild geraakt?
Trillend op mijn benen
Ik stond te trillen op mijn benen. Waar was ik in vredesnaam aan begonnen?
4022 keer bekeken