Ik werd lid van de Arbeiders Jeugd Centrale in ongeveer 1937. Ik ben daar ook echt actief lid geworden. Ik speelde viool in het orkest van de AJC. In de meidagen van 1940 was ik werkloos. Ik deed vrijwilligerswerk voor de AJC op de Paasheuvel (bij Vierhouten). Ik ging daar naar toe als vrijwilliger om onder andere toiletten en afvoeren aan te leggen in de barakken. Ook de daken moesten onder handen worden genomen. Met asfalt papier werden de daken waterdicht gemaakt door het met bitumen te schilderen. Wat was dat een smerig spul. Om je kleren schoon te houden ging je half naakt het dak op waardoor je huid verbrande.
De Nederlandse regering had bedacht om land onderwater te zetten als verdediging tegen een Duitse inval. Alle ontheemde boeren gezinnen en hun vee werden op de Paasheuvel ondergebracht. Ik heb ook nog in de keuken gewerkt. Het eten werd in grote hoeveelheden klaar gemaakt. Enorme bergen aardappels heb ik moeten schillen. De sla zat zo verschrikkelijk vol met slakken die werden meegekookt. Veel van de groente, maar ook veel vlees, was door de verdrevenen zelf meegenomen.
Onder de mensen waren ook veel veeboeren, die hadden hun vee ergens anders in Nederland moeten onderbrengen. Ze waren natuurlijk wel van te voren gewaarschuwd zodat ze hun dieren in veiligheid konden brengen.
In juli 1940 werd de AJC opgeheven, de Paasheuvel werd kort nadien overgenomen door de bezetter en kwam onder leiding van Rost van Tonningen, geen socialisten maar nationaal-socialisten hielden daar nu bijeenkomsten! (aanvulling door FS)