In de jaren dertig had je ook nog wel de venters die met paard en wagen door de buurt kwamen. Zo had je er een die met groente en fruit langs de deuren kwam. De man die daar bij hoorde riep alleen maar: āZandvoort al aan de Zeeā. Dat was dan de groenteman, waar dat op sloeg weet ik niet, maar in ieder geval wist iedereen toen dat de groetenman in de straat was. Wat kon je daar allemaal kopen. Veel koolsoorten; witte en rodekool, bloemkool, aardappels, worteltjes, prei en uien. Eigenlijk het gewone Hollandse dagelijkse voedsel.
Overigens hadden de meeste venters wel zo hun eigen manier om de aandacht te trekken. Een heel bekende was bijvoorbeeld: āBerliner bol, Berliner bol. Bolletje bolletje bol, Bij de koffie, bij de thee, Neem een lekker bolletje mee. Bolletje bolā. Deze Berlinerbollen man had dus een heel liedje.
Ook had je een ijsman met: "Nou kan je bikke, 3 centen, de dikke voor de kou en de hitte, voor je hele familie, roomijs met vanilliiiiiiiiiiiiiiiie!!!". Dan had je ook nog de haringman, die stond ook op de Tugelaweg. Die riep alleen maar: "ahuhu, ahuhu, ik maak ze schoon en mijn vrouw pakt ze in", en dat dan twee keer achter elkaar.
Je had ook nog het āongelukkige mannetjeā die op een heel klein stoeltje zat. Daarmee wiebelde hij dan heen en weer langs de huisdeuren. Met een lange stok belde hij aan. Als er werd open gedaan riep hij: āeen mannetje op een stoeltje die ieder jaar komtā. Wij, als kleine jongens, belden ook wel voor hem aan en riepen: āeen mannetje op een stoeltje die ieder jaar komtā. Als bekende kwam hij ook ieder jaar, wel heel bijzonder eigenlijk.