Na het overlijden van de moeder woont Isaäc nog samen met een broer en twee zusters. De zusters, Esther en Rachel, zijn volgens het dossier werkzaam ‘in de huishouding’. Esther heeft een ‘eigen gezinskaart’, daarop staan de namen van drie van haar broers (Salomon, Hartog Samuel en Isaäc) en die van haar zuster Rachel. Overigens hebben haar broers en zuster ook een eigen gezinskaart. Verwarrend wel dat enkele gezinsleden dubbel worden genoemd in de zin van genoemd bij de oudere zuster en als (tijdelijk) alleenstaand.
Salomon verhuist na zijn huwelijk op 30 mei 1923 met Marianne van Abbe. Salomon overlijdt op 12 januari 1938. Isaäc gaat in 1929 vanuit de Retiefstraat naar de Spitskopstraat. Op zijn gezinskaart wordt ook zijn zuster Rachel nog genoemd, zij wordt echter niet ingeschreven in de Spitskopstraat (volgens de woningkaart). De broer, Hartog Samuel, geboren op 20 nov.1885 was werkzaam als ‘reiziger’ bij Kwatta (de chocolade fabriek) maar werd per 1 oktober 1923 ontslagen. Op de gezinskaart van zijn zuster Esther wordt hij chef van een chocoladefabriek genoemd, Kwatta dus. Waarom hij werd ontslagen, blijkt mogelijk uit onderstaan artikel.
CRISIS AAN DE KWATTAFABRIEK.
Massa-ontslag van personeel. Spaarders van „Kwatta-Soldaatjes”, wacht U voor teleurstelling. Het gaat de fabriek van Kwatta-reepen blijkbaar niet erg voor den wind. Ze heeft n.I. maar eventjes 40 personen van haar personeel op den kortst mogelijken tijd ontslagen, na ze eerst te hebben overgehaald om den opzegtermijn, die tot dusver 1 week was, te bepalen op 1 dag. Dat was in beider belang, volgens de directie. En het personeel, wellicht met den weinig florissanten toestand der onderneming bekend, durfde niet kikken en vond het goed. Nog was de inkt niet droog van het nieuwe contract of 40 personen van het personeel was al aangezegd, dat ze den volgenden dag niet terug hoefden te komen. Het nieuwe contract was dus eenvoudig een streek van de firma geweest om zich van 40 personen op staanden voet te kunnen ontdoen.
Als het er met de Kwatta-firma zóó slecht voorstaat, dan mogen de afnemers van haar reepen, die ijverig soldaatjes sparen zich wet voorbereiden op teleurstellingen. A's het zaakje onverwacht in elkaar zakt, zit men met zoo- en zooveel honderd Kwattasoidaatjes, waar men mets aan heeft, want preferent zal een soldaatjes-vordering wel niet zijn. En dan heeft men niet alleen voor niemendal gespaard, maar ook voor niemendal betaald. Want men zal zeker wel begrijpen, dat de kosten van die “cadeaux" op soldaatjes terdege op den prijs der reepen zijn opgelegd en dat men ze dus dubbel en dwars betaalt. BRON: De Tribune van 28 nov. 1923.
Overigens blijkt uit het dossier dat hij later weer bij Kwatta aan de slag is gegaan.