Alexander Doorson en Gerritje de Wit woonden in een kelderwoning op de Kadijken. Dat was benauwd, donker en vochtig. Niet bepaald een gezonde omgeving voor een gezin met vijf kinderen.
Gelukkig kwamen zij in 1927 in aanmerking voor de nieuwbouw aan de Kramatweg. Wat een vooruitgang was dat. De woning was op nummer 23, op de 3e etage. Het was er licht en ruim, er waren vier kamers, een aparte keuken en zelfs een wc! En een mini-balkon achter de keuken. Aan de straatzijde was er aanvankelijk een weids uitzicht over de Nieuwe Diep. Vanaf 1971 stond het Flevohuis tegenover de woning.
Het gezin groeide en uiteindelijk woonden Alexander en Gerritje met zeven kinderen in het huis. De drie zonen sliepen op de lattenzolder; de vier meisjes in de woning.
De kinderen hadden alle ruimte om buiten te spelen. De nieuwbouwwijk was kinderrijk; er werd veel georganiseerd, zoals de Kramatspelen.
De tweede dochter was Johanna Doorson, mijn moeder. Zij trouwde in 1951 en verhuisde naar Kattenburg. In 1959 ging zij met man en kind in de Danie Theronstraat (Transvaalbuurt) wonen.
Na woningen in zuid en Slotermeer kwam zij terug in de buurt van haar jeugd. Dat was in 1997. Zij kreeg een prachtige driekamerwoning in de gele flat van het gemoderniseerde Flevohuis. Met uitzicht op de Nieuwe Diep…..en de Schellingwouderbrug en het Flevopark.
Haar adres was makkelijk te onthouden: Kramatplantsoen 23.
Over de Kramatspelen weet ik verder niets. Het woord stond achterop de fotootjes…
Mijn moeder, Johanna Doorson staat links op de foto van de 2 jonge vrouwen. Zij was toen 21 jaar.
Achterop die foto staat: Buurtspelen Kramat 1944. Jo en Jo zorgden voor een bakkie surrogaat.
En bij de foto van de hardloopwedstrijd is het jongetje met het donkere haar waarschijnlijk Freddy Doorson, de jongste zoon van de familie Doorson. Freddy is van juni 1933.