Rita heeft vrolijke herinneringen aan haar jeugd, vooral kattenkwaad dat ze uithaalde met vriendjes op straat staat haar nog levendig voor de geest. Voordat de school inging - de Linnaeusschool - nog even de kerk op het Kastanjeplein binnenglippen en met wijwater spelen, bij de groenteman die in een keldertje aan de Vrolikstraat zetelde een appeltje pikken. Rita en haar vriendinnen dachten dat de groenteman het niet zag- omdat hij op de stoep stond, maar 's avonds kwam hij verhaal halen bij de ouders. " Wij woonde in zo'n woning met 3 kamers achter elkaar en omdat mijn zus en ik veel ruzie maakten, dachten mijn ouders dat het verstandig was om ons in het tussenkamertje te slapen te leggen, dan konden ze vanuit de huiskamer horen wat we deden. Wij maakten vervolgens gebruik van het feit dat het gordijntje aan de tussendeur aan onze kant hing, om dan stiekem door een kiertje mee te kijken naar het t.v. programma wat onze ouders bekeken.."
Rita herinnert zich dat er geregeld volwassenen werden ingeschakeld bij het op straat spelen . "Wij belden bij een paar vaders aan om ze het grote springtouw te laten draaien waar wij met wel 10 kinderen in sprongen of belden bij de eigenaar van een auto aan die op het putje stond waar wij wilden 'putten' of hij zijn auto wilde verplaatsen. En dat deed men gewoon voor ons. De 'kapitein' Van het Leger des Heils - waar we bok bok berrie tegen de muur speelden, zorgde voor een matras tegen die muur uit bezorgdheid voor onze hoofden "
Na haar huwelijk heeft Rita zo'n 10 jaar in de Indische buurt gewoond alvorens ze - inmiddels gescheiden - in de Pretoriusstraat kwam te wonen. "Ik woonde op nummer 28 boven het postkantoor/ sigarenwinkeltje. De eigenaar was mijn huisbaas en hij was een goeie, als er iets te repareren viel deed hij het meteen. Ik heb daar heerlijk gewoond, het was er zo levendig met alle winkeltjes. Ik keek vanuit mijn huis op de Ingogostraat, met op iedere hoek een winkel: boekwinkel/schrijfartikelen ( Rob Dermijn) ene kant en speelgoedwinkel aan de andere kant. Er was al een supermarkt: Dekamarkt en natuurlijk de Gruyter ( nu Helal en Gida), bij de sportwinkel van Bogaart kocht ik de voetbalspullen voor mijn zoon en in datzelfde stuk had je ook de slager (Lubben) ,de groenteman (Tromp) en een Radio/TV winkel. Verder herinner ik me fotograaf Steggerda, parfumerie Kelder, de drogisterij van Rietje , de platenzaak van Marja Dermijn en natuurlijk de papagaaien winkel van Dennis. Er werd verteld dat mensen vroegen om een pratende papagaai, er dan 1 meekregen, maar na een paar weken sprak ie nog geen woord, dan gingen ze terug en bood Dennis een ander aan, die ’zeker sprak ‘ maar dan moesten ze wel bijbetalen. Dat ging zo door tot er - na veelvuldig bijbetalen - een sprekende papagaai kwam. Maar het was wel heel erg dat iemand een keer de ramen van zijn zaak heeft kapotgegooid en alle papagaaien wegvlogen”
Het leukste winkeltje vond Rita het wolwinkeltje : “ daar kon je van alles kopen :,wol, knopen,patronen, garen enals je iets niet snapte werd het heel goed uitgelegd. Het leek wel of je daar les kreeg “. Bakker Uljee, snackbar ‘Snorretje’ , slager Pauw, banketzaak van Opijnen, de bloemenzaak van Sloten en t Chinese restaurant staan ook nog duidelijk op haar netvlies.
Mooie herinneringen heeft Rita eveneens aan de braderie die de gezamelijke winkeliers van de Middenweg en de Pretoriusstraat organiseerden, compleet met optocht en demonstraties van oude ambachten. “Maar het was ook een heel spektakel toen de gekraakte panden aan de overkant werden ontruimd: compleet met de ME en stadsbussen en heel veel politie. Maar dat was nergens voor nodig, het waren nog de echte krakers van het begin, ze gingen vreedzaam mee “ .
Vanwege woning renovaties is Rita nog twee keer verhuisd, maar nog altijd woonachtig in Oost en daar is ze blij mee.